Gymnastieklokalen.
De gymnastieklokalen zijn speciaal gesticht voor het basisonderwijs. De
vaste lasten (rente en afschrijving)worden door het rijk volgens bepaalde normen
aan de gemeente vergoed. De vergoedingen zijn in het algemeen voldoende voor de
dekking van deze lasten.
Tevens ontvangen de gemeenten nog een uitkering in de exploitatiekosten.
Deze uitkering wordt berekend naar het aantal uren, dat door het basisonderwijs
van de lokalen gebruik wordt gemaakt, nl. 49 klokuren (1980).
De m.a.v.o. zal na het gereed komen van de sporthal geen gebruik van de
gymnastieklokalen meer maken.
Aangenomen mag voorts worden, dat de verenigingen, na het gereedkomen van
de sporthal, 94 klokuren van de diverse lokalen gebruik zullen maken.
Op grond van een door de Raad voor de Gemeentefinanciën ingesteld onderzoek
is gebleken, dat de kosten per uur-gebruik door de verenigingen gesteld kunnen
worden op 40% van de kosten per uur-gebruik door de scholen.
Het gebruik van cfe 4 aanwezige gymnastieklokalen wordt voor 1980 als volgt
geraamd
Cijfer begroting 1980:
Openbaar basis-onderwijs
Bijzonder
Verenigingen
totaal
36% klokuren
12%
37%
86,5 klokuren
(40% van 94 klokuren)
De totale kosten van de gymnastieklokalen zijn
Waarvan kapitaallasten
De variabele exploitatiekosten zijn dus
228.023,—
119.963,—
Per klokuur betekent dit een kostprijs van 103.060,86,5 1.249,
Een uurgebruik per jaar door verenigingen kan derhalve worden gesteld op 40%
van 1.249,is rond 500,
De kosten van de gymnastieklokalen, exclusief de vaste of kapitaalslasten, kunnen
dan als volgt over de aebruikers worden verdeeld;
Openbaar basisonderwijs!
Bijzonder l!
Verenicrinqen
36% x 1.249,—
12% x 1.249,—
94 x 500,afger.
45.277,-
15.925,-
46.855,-
108.060,—
De huuropbrengst van de verenigingen is geraamd op 3.7S0,Er kan
dus een bedrag van 46.858,- 3.760,43.098,beschouwd worden als ge
meentelijk subsidie aan de verenigingen. Bij een gebruik van 94 klokuren, zouden
de verenigingen uitsluitend ter dekking van de exploitatiekosten, rond 500,
per klokuur moeten betalen. In werkelijkheid betalen zij slechts rond 40,
per klokuur/per jaar. Zij ontvangen dus een subsidie van bijna f 460,per
klokuur.
Het zij nogeens herhaald, dat dit bedrag géén betrekking heeft op de
kapitaalslasten, die worden volledig door het rijk vergoed.