-3-
Voorts willen vrij het P.E.B. de vraag voorleggen,, tot hoeveel méér resp.
minder KE'-verbruik het plaatsen van nieuwe en opheffen van bestaande lichtpunten
zal leiden.
11Busverbindingen
Het instellen van een busverbinding, als gevraagd, lijkt ons een goede zaak.
bij zullen trachten daartoe in overleg met de betrokken gemeentebesturen een
initiatief te ontwikkelen.
12. Transformatorhokjes
Zoals u bekend is zijn indertijd aan het P.E.B. vergunningen verleend voor de
bouw van voectingscabines in het kader van de agrarische netverzwaringzonder dat
een voorwaarde is gesteld met betrekking tot de kleur. De cabines zijn daarop
uitgevoerd in een grijswitte aluminiumkleur.
Op uw verzoek hebben wij er bij schrijven van 15 december 1977 bij het P.E.B.
op aangedrongen alsnog een andere kleur te kiezen, die onopvallend is in het
landschap
Het P.E.B. heeft hierop gereageerd met de mededeling, dat hat zich bij de
keuze van het type hoofdzakelijk. heeft laten leiden door de zeer geringe af
metingen daarvan, de lage prijs, en het feit, dat geen onderhoud nodig is. Wanneer
de cabines alsnog geschilderd zouden moeten worden, dan zouden de extra-kosten
van de netverzwaring voor het gehele gebied tenminste f 600.000,bedragendie
door de agrarische bedrijven souden moeten worden betaald, terwijl daarnaast nog
regelmatig kosten voor onderhoud nooözakslijk zouden zijn.
In verband daarmede heeft het P.E.B. gevraagd, er begrip voor te hebben, dat
het schilderwerk achterwege wordt gelaten.
In een latere brief heeft het P.E.B. dit standpunt nog eens bevestigd.
Afgezien van de vraag, of het F.F.B. dit zou toestaan, voert het naar onze
mening te ver, om ten laste van de gemeente de cabines te gaan schilderen.
Voor toekomstige gevallen kan door het stellen van voorwaarden getracht
worden te voorkomen, dat in het landschap storende kleuren worden toegepast.
13Onderwijsuitkeringen
Zowel de onderwijsuitkeringen als d.e algemene uitkeringen worden verstrekt
uit het gemeentefonds.
Bij de algemene uitkeringen is, zcwei voor 1979 als voor 1980, door het rijk
voorlopig rekening gehouden met een prijsstijging van 2%. Toegezegd werd, dat dit
percentage zo nodig zal worden gecorrigeerd. Voor 1979 is dit geschied bij cir
culaire van juli 1979. De prijscompensatie voor 1979 is hierbij verhoogd van 2
naar 4%. Aangenomen kan vrorden, dat in de loop van 1980 opnieuw een bijstelling
van dit percentage zal plaats vinden. Te zijner tijd zal de begroting voor dat
jaar hieraan worden aangepast.
In afwijking van de gedragslijn bij de algemene uitkering wordt bij oe onder-
wijsuitkeringen, zowel voor 1979 als voor 1930, voorlopig uitgegaan van een prijs
stijging van 0%. Zoals reeds in de begeleidingsbrief van de begroting 1979 werd
medegedeeld (bis. 4) lag het in de bedoeling van het rijk in het begin van 1979
nader te bezien of hot mogelijk zou zijn de vergoedingen per lokaal en per leer
ling te verhogen- zulks aan de hand van bij het rijk nader betond geworden
gegevens. Een dergelijke mededeling is tot heden niet ontvangen, zodat een her
ziening van öe raming voor 1979 niet kan plaats vinden.
Volledigheidshalve merken wij nog op, dat er in de definitieve vaststelling
van de vergoedingsnormen voor het lager onöerwijs een grote achterstand is.
Vanaf 1969 moeten deze normen nog worden vastgesteld en moeten nog verrekeningen
met het rijk plaats vinden.