1) Tenminste blijft omvatten het gebied ten oosten van het Prinses Margrietkanaal en de Graft, dat in het voorstel van Gedeputeerde Staten aan Tietjerksteradeel (Ongeveer 710 ha) en aan Smallingerland (ongeveer 90 ha) is toebedacht, 2) Bovendien zal gaan omvatten: Het thans tot Tietjerksteradeel behorende gebied ten Westen van de Lange Sloot en de Fokko Sloot (Ongeveer 220 ha)(Behoudens de direkt tegenover Eernewoude gelegen permanent bewoonde woningen en bedrijfs gebouwen) Het thans tot Smallingerland behorende gebied ten Westen van de Hooidamsloot en ten Noorden van de Hege Warren en de Oude Hooidamsloot (Ongeveer 280 ha) Om de volgende redenen: a. Aan de wens van Gedeputeerde Staten, cm gelijk geaarde gebieden onder één gemeente te brengen, wordt veel beter voldaan. Het lijkt namelijk vanzelfsprekend, om naast de natuurwetenschappelijke waarden, ook het belang voor de waterrecreatie te beschouwen van het hele samenhangende gebied van Oude Venen, Saiter Petten, Princenhof, Sytebuurster Ee, Wijde Ee, Peanster Ee, Geeuw, Graft, Folkertsloot en Pikmeer. Dit geldt nog sterker als bij een eventuele herindeling het poelen en plassengebied bij Terhorne met het bovengenoemde gebied in één ge meente zou worden samengebracht, die dan het hele natuur- en water recreatiegebied van Terhorne tot en met de Oude Venen zou omvatten. b. De bevolking van Leeuwarden, Wartena, Warga en Grouw is voor de natuur- en waterrecreatie sterk gericht op het onder a) genoemde gebied. c) Dit gebied zou dan geheel tot de regio Noord (Leeuwarden) behoren en eventuele gemeenschappelijke regelingen betreffende het gebied, zouden niet meer regio-overschrijdend behoeven te zijn, dit in overeenstemming met de laatste ontwikkelingen om alles binnen de betreffende regio te brengen d) Er is een duidelijke samenhang uit recreatief oogpunt tussen het water gebied van Terhorne, via Grouwnaar de Oude Venen. e) En tenslotte, naast deze bestuurlijke en planologische argumenten nog een zuiver gemeentelijk financieel argument; De natuur/waterrecreax-.ie kost een gemeente van deze aard jaarlijks een hoog bedrag aan voorzieningen. Gesteld kan worden, dat de kosten van bijvoorbeeld een brug als die in Wartena, een voorname toegangspoort tot dit gebied, zwaar drukken op de begroting van een gemeente als Idaar- deradeel, die voor voorzieningen van deze aard voor 1980 een bedrag van 170.000,op de begrotincr heeft staan, voor het grootste deel ten be hoeve van de waterrecreatie. De oppervlakte-uitkering uit het gemeente»fondsvoor het gebied dat dit alles veroorzaakt, vormt hiervoor een zekere compensatie. Als echter, zoals Gedeputeerde Staten voorstellen, 800 ha van dit gebied naar andere gemeenten gaan, zou dat een inkomsten-verlies van bijna 50.000,be tekenen: De lasten zouden blijven en de baten zouden elders terechtkomen. Als het onder 1) en 2) voorgestelde wordt uitgevoerd, betekent dat, dat deze 50.000,voor deze gemeente blijft, terwijl een extra inkomens- post van 30.000,zou ontstaan door de toevoeging.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1979 | | pagina 49