In de Memorie van Antwoord hebben wij getracht U een globaal inzicht
te geven van enerzijds een zeer beperkt aantal investeringen, die in da
komende jaren onvermijdelijk en noodzakelijk zijn- anderzijds hebben wij
naar beste kunnen een berekening gemaakt voor de jaren 1981-1984 van de
middelen die beschikbaar komen voor uitzetting van het uitgavenpatroon.
Leggen we deze uitgaven en beschikbare middelen naast elkaar, dan
blijkt hoe voorzichtig wij moeten zijn met investeringen, die niet
noodzakelijk en onvermijdelijk zijn en hoe dringend nodig het is voor
die noodzakelijke en onvermijdelijke investeringen te gaan reserveren.
We zullen dat op soortgelijke wijze moeten doen, zoals we dat doen voor
de verplaatsing van Halbertsma en de rehabilitatie van de dorpskom van
Grouw
Maar het lijstje van investeringen in de Memorie van Antwoord is
zeer beperkt. Een heel belangrijk gegeven dat nog niet ingevuld kan
worden, zijn de kosten van de ruilverkaveling de Oude Jokse. Het zal
nog wel enige tijd duren, voor de kosten, die Idaarderadeel toegerekend
zullen worden, bekend zijn. Het is mogelijk, dat daar nog moeizame onder
handelingen over gevoerd zullen moeten worden. Ons beginnen reeds seinen
te bereiken, dat die kosten zeer hoog zullen zijn en met zeer hooc denk
ik dan aan ruim een miljoen gulden. Aan rente en afschrijving zou dat
een vaste last-van ruw-weg 150.000,per jaar kunnen betekenen. Een
last, die nog verhoogd moet worden met de onderhoudslasten van wegen, die
aan de gemeente worden overgedragen.
U moet zich voorts geen illusie maken, dat "net netto-tekort van
sporthal en zwembad tot rond 440.000,beperkt zal blijven. Eerder dan
U lief is zal dit tot boven het halve miljoen zijn gestegen.
De liquidatie van het oude Friesma Hiem gaat de gemeente onver
mijdelijk geld kosten. En evenzeer zal de uitbouw van het muziekonderwijs
de komende begrotingen nog met vele tienduizenden guldens extra gaan
belasten.
Dit alles tesaraen vormt nog slechts een beperkt pakket van kosten
patronen, die onafwendbaar op ons afkomen.
Wie van meninp,is, dat hiervoor niet gereserveerd behoeft te worden
en dat we tevens mogen blijven rekenen op aanzienlijke financiële mee
vallers, zoals voer 1930 het geval is, wel, die neemt in elk geval een
duidelijk politiek standpunt in. Maar hierbij moet wel worden opgemerkt,
dat duidelijkheid niet per definitie synoniem is aan wijsheid.
Van wijsheid getuigt naar mijn mening het unanieme oordeel van de
eerste afdeling van de raad, dat in begin 1980 aan de hand van een priori
teitenschema bepaald moet worden welke investeringen onvermijdelijk en
noodzakelijk zijn en hoe hiervoor de financiële ruimte moet of kan
worden gevonden.
Dit kan gebeuren op een tijdstip waarop de bearoting nog maar
nauwelijks is goed-gekeurd.
Ieder lid van de raad heeft dan nog de volledige mogelijkheid om.
zijn standpunt te bepalen ten aanzien van de besteding van de post
onvoorzien.