Inc?ekomen stukken
punt k. De heer Van der Goot merkt op, dat reeds veel is gezegd over de
plannen A, D en F. Thans wordt voorgesteld adhesie te betuigen aan tracé D.
Spreker brengt in herinnering, dat de minister-president, de heer Van Agt,
onlangs een toelichting heeft gegeven op de afwijzing van plan D„ Hoewel
de milieu-argumenten uiteraard zeer gewichtig zijn, moet men op dit stuk
van zaken niet overdrijven, aldus spreker. Schertsend merkt hij op, dat
wanneer de Waddenzee-club haar zin zou krijgen ze ook eb en vloed nog
zou verbieden, want de vogeltjes moeten nu ook nog steeds met de vloed
omhoog.
Spreker betoogt, dat men hier ergens het midden tussen moet zoeken.
Het is intussen gebleken, dat plan D geen ^hel^ore kaart is en bovendien te
duur. Naar zijn oordeel is plan F veel reëler, waarbij men minder ver de
Waddenzee indringt. Doordat men gebruik maakt van de bovenste kleilaag,
kan een dijk veel goedkoper worden aangelegd.
Spreker kan dan ook niet achter het voorstel van burgemeester en
wethouders staan, om adhesie te betuigen aan plan D en is van oordeel
dat het plan F moet worden.
De heer De Wolf wijst er op, dat het verzoek van de gemeente Kollumer-
land en Nieuw Kruisland betrekking heeft op het adhesie betuigen aan een
motie, waarbij het Kabinet wordt uitgenodigd tot herziening van de be
slissing tot weigering van de gevraagde vergunning tot indijking en aan
te dringen op het aanleggen van een nieuwe zeewering tussen Zwarte Haan en
de Ternaarderpolder op zodanige wijze, dat zoveel mogelijk reeds aanwezig
voor akkerbouw geschikte grond ingepolderd kan worden.
Dat is feitelijk wat anders, dan vragen om plan D. Hier wordt geen
speciaal plan genoemd. Spreker is van mening, dat dit een politiek ver
standige formulering iswaar wij als Friezen alleen maar achter kunnen
staan.
Mevrouw Faber merkt op, dat in de motie wel wordt gesproken over plan D.
De heer Zwart vindt het niet zinvol een kwestie als deze waarover in
Friesland al zeer lang is gediscussieerd, in de raad, naar voren te halen.
Spreker is duidelijk voorstander van plan D en is in dit opzicht een beetje
teleurgesteld in de handelwijze van zijn eigen partij in dezen. Spreker is
van oordeel, dat het de laatste tijd een goede gewoonte van de raad is, dat
dit soort moties voor kennisgeving worden aangenomen. Spreker vindt dan ook,
dat niet op deze motie moet worden ingegaan, maar voor kennisgeving dient te
worden aangenomen.
De heer Knossen is het eens roet hetgeen door de heer Zwart terzake naar
voren is gebracht. Bovendien wordt ons helemaal niet gevraagd adhesie in dezen
te betuigen.
De heer Draisma zou, met name van de wethouders, graag wat meer achter
grond-informatie hebben omtrent hun keuze vóór trace D. Dit in tegenstelling
met de gewoonte dit soort zaken voor kennisgeving aan te nemen. Spreker merkt
nog op, dat ld578 duidelijk voorstander is voor plan A. Daarnaast staat
ld '78 echter op het standpunt, dat de mogelijkheden van plan F te weinig
zijn onderzocht.
Wethouder Terpstra stelt voorop, dat hij niet van plan is een discussie
aan te gaan over de voordelen van plan A of D. Spreker brengt in herinnering,
dat het college van burgemeester en wethouders duidelijk heeft gekozen voor
plan D. Het college meent, dat plan D niet alleen een belang is voor de aan
grenzende gemeenten, maar voor heel Friesland.