ÏS3
HP"®
GEMEENTE lOAARDESADEa
GROUW
11. Voorstel tot wijiiging van.de ge
meenschappelijke regeling Regio
Friesland-Noord
No. 1085.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 3 april 1980.
In uw vergadering van 21 augustus j.l., onder no. 6, hebt u besloten
de samenwerking in de regio Leeuwarden te continueren en een nieuwe ge
meenschappelijke regeling Friesland-Noord aan te gaan. Gedeputeerde Staten
hebben bij besluit van 23 november 1979, nr. 29.704 deze op 1 december 1979
in werking getreden regeling, goedgekeurd.
Bij schrijven van 23 november j.l. hebben Gedeputeerde Staten een aantal
opmerkingen over de nieuwe regeling gemaakt. Mst neme werd er op gewezen,
dat regiovorming tussen provincie en gemeenten niet mag uitgroeien tot een
extra bestuurslaag tassen provincie en gemeenten.
In het kader van het voorontwerp van Wet gemeenschappelijke regelingen
hebben de navolgende bepalingen de aandacht van Gedeputeerde Staten getrokken:
1. In artikel 4 van de regeling is het doel van de regio omschreven, te weten
het bevorderen ven een evenwichtige ontwikkeling van zijn gebied, de bevordering
van de bestuurlijke samenwerking en het beschikbaar stellen van een bestuurlijk
kader voor de samenwerking.
Het doel van een gemeenschappelijke regeling zou naar onze mening moeten
worden beperkt tot de door de deelnemende gemeenten overgedragen taken.
2. In artikel 5 wordt de doelstelling neergelegd in artikel 4, in vrij algemene
bewoordingen uitgewerkt. In aansluiting op het gestelde ad 1 zou het bepaalde
in artikel 5, eerste lid, onder a, behoren te worden beperkt tot de door de
gemeenten ingebrachte belangen.
3. In artikel x5, vierde lid, is bepaald, dat de regioraad eigen diensten kan
instellen en deze - onder onze goedkeuring - kan aanwijzen als takken van
dienst, bedoeld in artikel 252, van de gemeentewet
Het aanwijzen van eigen diensten als taJzken van dienst wordt bas'chouwd
als een kenmerk van een zelfstandige bestuurslaag. Deze bepaling gaat onzes
inziens derhalve uit boven de bedoeling van een hulpstruktuur.
4. In artikel 25, eerste lid, is bepaald, dat de regioraad commissies kan in
stellen, met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. Het door ons
hierboven onder 3 gestelde geldt ook voor de onderhavige bepaling. Bij een
hulpstruktuur past naar onze mening niet de bevoegdheid, dat aan de regioraad
overgedragen taken en bevoegdheden door de regioraad kunnen worden gedelegeerd
aan commissies.
5. De bepalingen in hoofdstuk II - richtlijnen en aanwijzingen- zijn eveneens niet
in overeenstemming met. de gedachte van een regicnale hulpstruktuur.
Uitgaande van een overdracht van bepaalde belangen aan het samenwerkings
verband past, het niet in een hulpstruktuur, dat dit samenwerkingsverband de
gemeenten richtlijnen en aanwijzingen kan geven, respectievelijk kan opleggen,
ten aanzien van deze overgedragen belangen.