6. Artikel 43 geeft de bestuursorganen van de regio de bevoegdheid de deel
nemende gemeentebesturen in medebewind te roepen.
Ook deze bepaling moet onzes inziens aangemerkt worden als één van de
kenmerken van een vierde bestuurslaag en is derhalve niet in overeenstemming
met de gedachte van een huipstruktuur
7. Ingevolge de artikelen 1 en 6 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dient
de overdracht van gemeentelijke taken en bevoegdheden aan een samenwerkings
verband aan onze goedkeuring te worden onderworpen.
Gelet hierop, dient het zevende lid van artikel 42, in bovenvermelde
zin te worden aangepast
8. Het eerste lid van artikel 32 behoort onzes inziens alleen betrekking te hebben
op die maatregelen, die verband houden mat de overgedragen taken.
Gedeputeerde Staten hebben op uitdrukkelijk verzoek van de vaste commissie
voor algemene zaken de punten 1 tot en met 6 ter kennis van het regiobestuur
gebracht om de wijziging hiervan, alsmede van de punten 7 en 8 in ernstige
overweging te nemen.
In een uitvoerig schrijven wijst het dagelijks bestuur van de regio er
op, dat het met Gedeputeerde Staten van mening is, dat de regiovorming in
Friesland niet mag betekenen, dat er een hiërarchische verhouding gaat
ontstaan tussen gemeenten en regio's. Ook het dagelijks bestuur ziet de regio's
als een hulpstruktuur voor gemeenten, om in verlengd lokaal bestuur met elkaar
te overleggen, of adviezen uit te brengen en uitvoering te geven aam gemeente
lijke taken en bevoegdheden, die de grenzen of het draagvlak van de afzonder
lijke gemeenten overschrijden.
Het dagelijks bestuur is van mening, dat in de niéuw regeling en de
toelichting daarop duidelijk tot uiting komt, dat de regio het kader vormt voor
het gezamenlijk optreden van de gemeenten, indien en voor zover deze gemeenten
dat willen.
Het dagelijks bestuur meent, dat de bepalingen, genoemd onder 1 tot en met
6,zeker niet tenderen in de richting van een vierde bestuurslaag.
Voor het uitvoerige 'commentaar op de punten 1 tot en met 6 mogen wij u
./.volledigheidshalve verwijzen naar bijgaande door het regiobestuur aan
Gedeputeerde Staten gerichte brief.
Wij zijn met de regioraad, die in zijn vergadering van 11 maart 1980
conform het voorstel van het dagelijks bestuur heeft besloten, met dien
verstande, dat de tekst van de memorie van toelichting op het gewijzigde
artikel 43 van de regeling nog wórdt aangepast, ven mening, dat de vrees, dat
de regio zich op grond van de vastgestelde gemeenschappelijke regeling zou
kunnen ontwikkelen tot een vierde bestuurslaag, ongegrond is. De verwijzing
van Gedeputeerde Staten naar het voorontwerp van een nieuwe Wet Gemeenschap
pelijke regelingen achton ook wij weinig opportuun, gelet op het feit, dat
dit voorontwerp nog volop in discussie is en het nog geenszins valt te
voorspellen, hoe het wetsontwerp er uiteindelijk uit zal zien.
Wij stellen u daji ook voor, u aan de door de regioraad vastgestelde
besluiten tc conformeren door vaststelling van de bij de stukken voor u ter
inzage liggende ontwerp-besluiten.
Burgemeester en wethouders
der gemeente Idaarderadeel,
Mr. B.G. Holtrop, burgemeester.
DSmits
sekretaris