GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUVV No. 1447. 16. Voorstel tot vaststelling van het dorpenplan Idaarderadeel. Aan de gemeenteraad. Grouw, 9 mei 1980. Bij schrijven van 8 januari 1980, no. 20557, deelt het college van Gedeputeerde Staten van Friesland de gemeentebesturen dezer provincie mede, dat de verdeling van de groei van de bevolking weliswaar in het uiteindelijke streekplan zal worden opgenomen, doch dat het initiatief V*- tot het leggen van accenten hiervoor bij de gemeenten zelf ligt. Dit houdt in, dat de gemeentebesturen per woonkern de toekomstige bevolkingsgroei en woningbouw kunnen aangeven (het zgn. dorpenplan) De gedachten over dorpenplannen vinden hun oorsprong in de Nota "Grondslagen en basisbeslissingen" (nota Groba) Deze nota is op 14 november 1979 door Provinciale Staten vastgesteld en geldt als basis voor het samen te stellen Streekplan Friesland. In deze nota geeft de provincie voor een periode van 15 jaar richt getallen voor de bevolkingsontwikkeling. Deze getallen zijn gebaseerd op: a. de mogelijkheden en doelstellingen voor de ontwikkelingen in de regio waarin de gemeente ligt, en b. mogelijkheden en doelstellingen voor de kernen binnen de gemeente. Op basis van de hierboven onder b_ genoemde mogelijkheden en doel stellingen heeft de provincie haar voorkeur aangegeven voor de groei van iedere kern door middel van groeipercentages. Wat betreft de woningbouw geeft de provincie in het lange-termijn-deel van het streekplan de noodzakelijke woningbouw per regio aan. Het op basis van de bevolkingsrichtgetallen bepalen van de nood zakelijke woningbouwproductie per gemeente wordt in eerste instantie gezien als een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Uiteraard laat dit onverlet dat de provincie bij het toetsen van bestemmingsplannen ook de omvang van de woningbouw zal moeten beoordelen. Voorzover van belang worden in de nota Groba de volgende uitgangs punten geformuleerd: betreft de_bevolkingsgroei a. de natuurlijke aanwas van de provincie, geraamd op 42.000 inwoners in de periode 1980-1984, moet opgevangen worden; daarnaast wordt ge rekend op een bescheiden vestigingsoverschot; b. elke regio mag in ieder geval groeien volgens de eigen natuurlijke aanwas; bij de verdeling van dit positieve migratiesaldo wordt rekening gehouden met de eigen ontwikkelingsmogelijkheden van de regio en een evenwichtige verdeling over de provincie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1980 | | pagina 69