- 3 -
Dergelijke situaties treft men aan bij invaliden, wao-ers, eenzamen,
onvolledige gezinnen enz.
De heer De Wolf vraagt op grond waarvan de commissie tot de priori
teiten en de volgorde hiervan gekomen is. Door de commissie wordt geant
woord dat de volgorde niet vaststaat. Er zal rekening gehouden moeten
worden met de beschikbare middelen. De prioriteiten komen van de commissie
zelf en zijn aangevuld met dat gene wat op de hoorzittingen naar voren is
gekomen uit de bevolking.
Mevrouw Dekker zegt, dat er toch eens keuze gemaakt moet worden. Zij
vraagt, of alle gegevens nu binnen zijn en of de volgorde van de priori
teiten afhankelijk is van de beschikbare financiën.
Hierop wordt door de commissie verwezen naar de doelstellingen.
Mevrouw Dekker denkt dat het afwegingsproces wel heel moeilijk zal
worden.
De heer Van Essen vraagt zich af of de sportieve recreatie niet teveel
naar voren gehaald wordt. Hij wijst ook nog op het verschil tussen kader
vorming van vrijwilligers en van degenen die daar in de toekomst eventueel
voor betaald kunnen worden. Ook stelt hij vraagtekens bij het feit dat
buurtverenigingen de leefsituatie zouden kunnen verbeteren.
De heer Van Andel antwoordt hierop dat bij afweging tussen bijvoor
beeld trapveldjes en activiteiten voor wao-ers de keuze niet moeilijk is.
Hoe de buurtverenigingen kunnen functioneren is afhankelijk van de
situatie per dorp. Het punt van de kadervorming is door de commissie nog niet
uitgewerkt, maar hierbij wordt vanzelfsprekend ook rekening gehouden met
vrijwilligers
De voorzitter vraagt zich af wat de commissie bedoelt met cursussen in
eigen dorp; wat stelt men zich daarbij voor. Is de bevolking niet in staat
naar de andere dorpen te reizen of naar Leeuwarden, waar cursussen gehouden
worden? Of wil men hier uitsluitend mogelijkheden voor het eigen dorp?
Mevrouw Bottema deelt mede dat het hier gaat om kleine cursussen in
eigen dorp. De bestaande drempels moeten verlaagd worden.
De heer Van Essen plaatst hierbij als kanttekening dat er in de dorpen
al heel veel gedaan wordt door de plattelandsvrouwen. Het zou mogelijk zijn
cursussen te integreren in deze organisaties. De vraag is dan wel of de
cursussen dan voor iedereen toegankelijk zijn, dus ook voor niet leden.
Volgens mevrouw Sytema is het mogelijk om als niet lid deel te nemen
aan de activiteiten van de plattelandsvrouwen. Er wordt dan wel aan de niet
leden voor deelname een hogere kostenvergoeding gevraagd.
De voorzitter merkt op dat in alle 4 dorpen het element muzikale vorming
voor de jeugd naar voren komt. Zijn door de commissie de mogelijkheden van de
muziekschool meegenomen? Hoe moet de gemeente zich opstellen met betrekking
tot een eventuele gemeenschappelijke regeling met Leeuwarden?
Mevrouw Faber geeft aan dat er een nieuwe ontwikkeling in de muziek
school gaande is, mede op gang gebracht door de nieuwe directeur, de heer
Boelens. Bij deze ontwikkeling wil men meer aandacht voor het A.M.V.-onder
wijs en het groepsonderwijs
Er zullen dan mogelijkheden kunnen komen voor meer deelnemers en dus
zal de verdeling van de deelnemers over de dorpen ook beter kunnen worden.
Grouw heeft hierin op het ogenblijk nogal een bevoorrechte positie.