Van de nog uit te voeren werken in 1981 bedragen de lasten globaal nr onderwerp lasten 2 H.J. ICooistrawei 40.000,— 3 Vrachtauto met kraan 37.150,— 4 Voorzieningen Kleine Buren Warga 5.900,— 6 Verlichting kleuterscholen 7.175,— 7 Borden Mavoschool 3.320,— 8 Verlichting Tr. Doarpenskoalle 1.525,— 9 Plein I-laster Wielsmaskoalie 3.075,— 12 Reconstructie dorpen 18.125,— 13 Alsvoren rioleringen 35.000,— 14 Verbouw jeugdcentrum Grouw 20.000,— 171.270, Op dit moment kan derhalve het voor 1981 voorziene programma van werken niet volledig worden uitgevoerd. Omdat onder meer de definitieve opbrengst van de onroerendgoedbe- lastingen nog niet bekend is, stellen wij u voor voorlopig bij de uit voering van het programma 1981, prioriteit te verlenen aan de hier boven onder de nrs. 2, 3 en 8 genoemde investeringen en in de loop van het jaar nader te bezien, welke investeringen in 1981 verder nog kunnen worden uitgevoerd. Wijziging uitkeringsverordening. In uw vergadering van 17 maart jl. vroeg u een nadere toe lichting op de zinsnede "die door geheel buiten hem of haar liggende oorzaken noodzakelijk van standplaats moet veranderen". Het Centraal Orgaan deelt ons desgevraagd het volgende mee: "De door u aangehaalde zinsnede dient u zo te verstaan, dat wil er aanspraak op een uitkering in dezen ontstaan, de verandering van woonplaats van de echtgenoot die de plaats van samenwoning bepaalt noodzakelijk moet zijn en haar oorzaak vindt in omstandigheden waarop die echtgenoot geen invloed kan uitoefenen. Deze omstandigheden moeten, aldus de Centrale Raad van Beroep, voorts niet behoren tot de risicosfeer waarvan de ambtenaar de lasten moet dragen en ook overigens van zodanig gewicht zijn dat van hem redelijkerwijs niet verwacht kan worden zijn betrekking prijs te geven. Als voorbeeld kan dienen de positie van een vrouwelijke ambte naar, wier echtgenoot in het kader van een functieverplaatsing ge dwongen is te verhuizen over een zodanige afstand, dat het voor de vrouw niet mogelijk is mee te verhuizen zonder haar betrekking op te geven (zie CRvB 15.04.1976, AW 1975/KB, ARB 1976, 242). Het voor beeld gaat echter niet op, wanneer de verhuizing een gevolg is van het feit, dat de echtgenoot zonder dat hij daartoe door overmacht is gedwongen van betrekking verandert, en, evenmin, wanneer de nood zaak van een dergelijke verhuizing het directe gevolg is van huwe lijkssluiting en die noodzaak vooraf bekend of voorzienbaar was.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 27