- 2 - De voorzitter antwoordt, dat het college machtiging van de raad had gekregen om met de directie van Halbertsma hierover te praten. Dit is gebeurd als was het geen plezierige boodschap. De directie heeft toen gezegd: "als het allemaal zo moet, laat het aan maar zitten". I-len was over dit soort kruidenierspolitiek een beetje teleurge steld. Spreker zegt, dat het college zich op het standpunt stelt, dat het grootste deel van de inventaris voor een gemeenschapscentrum zeer bruikbaar was. Vandaar dat een het bedrag van 5.000,is vastge houden en het besluit ter goedkeuring is opgezonden aan Gedeputeerde Staten. Inmiddels heeft dit college het raadsbesluit goedgekeurd. We zijn dus al een stapje verder dan nu nog een inventarisatie lijst aan de commissie over te leggen. punt 2. De heer Draisma zegt, dat de raad indertijd bij het nemen van het delegatiebesluit er van uitgegaan is, dat het om schadelijke overhoeken ging, die onderhoudstechnisch wat moeilijkheden gaven. V Spreker heeft duidelijk het gevoel dat het met de verkoop van deze strook aan de heer Leenstra wat anders ligt. Spreker vreest dat deze verkoop een precedentenwerking kan hebben op andere denkbeeldige situaties. Het is hier duidelijk een vergroting en verbetering van de bestaande situatie, waarvan de prijs niet in verhouding staat tot de werkelijke waarde van het totaal. Spreker meent dat het zinvol is, dat het college zich bewust is van het feit, hoe ver het met de ver koop van groenstroken wil gaan. Spreker meent dat deze zich aan sluit bij een totale groenvoorziening en dan is het maar net waar de grenzen liggen. Wethouder Terpstra antwoordt, dat het betrekkelijk is om te zeg gen wat wel of niet tot een totale groenvoorziening behoort. Inder tijd is er aan gedacht ter plaatse een trottoir aan te leggen. Zoals het nu lijkt komt daar nimmer een trottoir en is het een groenstrook die de gemeente niet nodig heeft. Vandaar het besluit van b. en w. om de strook aan de huurder te verkopen. De heer Draisma zou het op prijs stellen, indien het college in het vervolg in de afweging met het door hem gesignaleerde rekening wordt gehouden. L/ punt 3. De heer Bouma vraagt hoe ver de stand van zaken is met be trekking tot de inventarisatie van alle schoolpleinen en het kosten aspect De voorzitter antwoordt, dat de dienst van gemeentewerken momen teel een en ander voorbereidt. Binnenkort hoopt het college hier meer zicht op te hebben. punt 4. De heer De Wolf merkt op, dat hij nog geen antwoord heeft gezien op zijn vraag, waarom voor de ambtenaren een aparte regeling moet worden vastgesteld. Wethouder Van Essen antwoordt, dat de raad de rechtspositie regeling voor het personeel vaststelt of dat nu salarissen, ver loven, vutregeling enz. betreft, als werkgever moet de raad deze richtlijnen vaststellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 7