- 3 -
Wij hebben de concept-subsidieverordeningen voor het muziekonder
wijs en de dorpshuizen van de Commissie Welzijn niet overgenomen,
omdat hiervoor speciale regelingen zijn (dorpshuizen) of zullen komen
(gemeenschappelijke regeling voor het muziekonderwijs)
De verordeningen club- en buurthuiswerk en jeugd- en jongerenwerk
hebben wij om praktische redenen samengevoegd. De verordening sportieve
recreatie hebben wij, zij het in gewijzigde vorm, waarover straks meer,
v/eer in het voorstel teruggebracht.
Herhaaldelijk vindt u in de tekst van de verordeningen per werkvorm
de zinsnede "tot een maximum van een nader door de raad te bepalen be
drag". Deze zinsnede, die, zij het op beperkterschaal en in een wat
andere redactie, ook al voorkwam in het concept van de Commissie Wel
zijn, hebben wij in de verordeningen opgenomen in verband met het
feit, dat de behoefte aan subsidie dtijd groter is dan de beschikbare
middelen. De raad dient de bevoegdheid te hebben om bij de vaststelling
van het subsidieprogramma voor een bepaald jaar de voor dat jaar voor
sociaal-cultureel werk ter beschikking te stellen bedragen per werkvorm
te maximeren. Er moet, uitgaande van het systeem, waarbij gesubsidieerd
wordt in percentages van niet te voren bekende bedragen,een boomgrens
kunnen worden aangebracht.
Dat dit voor de te subsidiëren instanties onzekerheid meebrengt
met betrekking tot de hoogte van de verwachte subsidie onderkennen
wij. Wij zien echter geen mogelijkheden om deze onzekerheid al in de
subsidieverordening weg te nemen. Wel moet er naar worden gestreefd die
zekerheid in een zo vroeg mogelijk stadium te geven. In dit verband
wijzen wij op de verplichting de subsidieaanvragen voor een bepaald
jaar vóór 1 juli van het daaraan voorafgaande jaar in te dienen, zodat
de raad/bij het vaststellen van het programma voor het betreffende jaar,
bij voorkeur tegelijk met het vaststellen van de gemeentebegroting voor
dat jaar. Aldus kan er vóór het jaar van uitvoering voor de instellingen
duidelijkheid zijn omtrent de te verwachten subsidies.
Wat betreft de in de verschillende verordeningen genoemde subsidie
percentages merken wij op, dat hierin voor zover de percentages niet
100% zijn, tot uitdrukking wordt gebracht, dat het te subsidiëren onder
deel niet als een volledig door de gemeente te financieren aangelegen
heid raag worden gezien en dat via zelfwerkzaamheid en/of een eigen bij
drageregeling door de betreffende instellingen eigen inkomsten moeten
worden vergaard. Alleen wanneer een taak voor 100% als een gemeentelijke
taak moet worden gezien kan 100% subsidie worden gegeven. Hetzelfde
geldt voor taken of werkzaamheden die een bijzondere stimulans verdienen
op grond van vooraf geformuleerde doelstellingen. In dit verband zij
verwezen naar het voorbeeld van de kadervorming, die voor een aantal
werkvormen bijzondere aandacht heeft gekregen.
Tenslotte merken wij ten aanzien van de verordening subsidiëring
peuterwerk nog het volgende op. Wij hebben overvragen als subsidievoor
waarde toe te voegen, dat de ouderbijdrage zou moeten worden geheven
naar draagkracht.
Hoewel v/ij de wenselijkheid van een bijdrage naar draagkracht van
harte onderschrijven en de betrokken besturen met klem zouden willen
vragen een dergelijk systeem in te voeren, hebben wij ervan afgezien
dit als verplichting in de verordening op te nemen.
/de bovengrenzen kan bepalen