- 5 - 1Moeilijke administratieve en andere procedures. De procedures zijn voor het merendeel niet een bedenksel van deze gemeente. Zij berusten op de rijksbijdrageregeling en kunnen niet worden weggelaten. Voor het overige betreffen het voorschriften die beogen een redelijke controle mogelijk te maken op de noodzaak en de besteding van de gelden. Aan de bezwaren kan deels worden tegemoetgekomen door de program ma's, begrotingen, exploitatie-overzichten en verslagen zo eenvoudig mogelijk te houden. De Commissie Welzijn heeft aanvraagformulieren voor subsidie opgesteld, waarin een eenvoudige begroting en een een voudig programma van de activiteiten wordt gevraagd. Het model-aanvraagformulier is intussen aan de instellingen toe gezonden. 2Onzekerheid met betrekking tot de te verwachten subsidies. Onder verwijzing naar onze opmerkingen dienaangaande onder para graaf 2, doel en inhoud van de subsidieverordening, delen wij u mee, dat het argument van de Stichting, dat de drempel voor de activiteiten niet te hoog mag liggen, ons reëel voorkomt. Vormende activiteiten moeten zo veel mogelijk worden gestimuleerd. Zoveel mogelijk duidelijk heid vooraf omtrent de te verwachten subsidies is noodzakelijk. Wanneer daaromtrent vóór het begin van het subsidiejaar duidelijkheid bestaat, achten wij voldoende waarborgen aanwezig voor een goede planning van de activiteiten. Het argument dat men met deze subsidieregeling geen begroting kan opstellen is niet steekhoudend daar men niet moet uitgaan van de te ontvangen subsidie in een begroting. Men moet trachten de begroting zoveel mogelijk in evenwicht zien te krijgen. De Stichting Ida wil niet in de positie komen dat door middel van acties als b.v. rommel markt, snertverkoop enz. de begroting sluitend gemaakt moet worden. Maar welke instelling verkeert op dit moment niet in de situatie dat zij een gedeelte van de inkomsten zelf moet zien te verwerven buiten de "normale" ontvangsten om. Wij zien activiteiten die (mede) gericht zijn op het verwerven van eigen inkomsten niet als een bezwaar. 3. Subsidiepercentage personeelskosten In het subsidiepercentage van 50% hebben wij tot uitdrukking ge bracht, dat wij het betalen van een beroepskracht voor het jeugd- en jongerenwerk niet als een gemeentelijke taak zien. Nog afgezien van het gebrek aan voldoende financiële middelen, komt het ons voor, dat het in gemeentedienst nemen van een coördinator voor het jeugd- en jongerenwerk - waar een 100% subsidie in de praktijk op neerkomt - het belang van het jeugd- en jongerenwerk in het geheel van het sociaal-cultureel werk zou over accentueren. De stichting Ida vraagt zich terecht af op welke wijze de ontbrekende 50% zou moeten worden gesubsidieerd. Wij hebben daar ook geen oplossing voor.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 70