plan: een besluit van de raad, waarin een samenhangend geheel van
beleidsvoornemens op het terrein van het sociaal-cultureel werk voor
vier jaar is opgenomen.
programma: een besluit van de raad, waarin het overzicht van activi
teiten op het terrein van het sociaal-cultureel werk voor een jaar
is opgenomen.
subsidie: de met toepassing van deze verordening door de raad aan
een instelling of natuurlijk persoon verleende geldelijke of in geld
waardeerbare bijdrage ter uitvoering van de in het programma opgenomen
activiteiten
instelling: een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een er
kend onderdeel ervan, die krachtens deze verordening subsidie ont
vangt of wenst te ontvangen; wanneer aan een natuurlijk persoon dan
wel aan een groep van natuurlijke personen subsidie wordt verleend of
deze daarvoor in aanmerking komen, worden zij voor toepassing van
deze verordening gelijkgesteld met een instelling voorzover bij of
krachtens deze verordening geen aparte regels jegens hen worden ge
geven.
beroepskracht: degene, die op grond van een arbeidsovereenkomst of een
overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten een functie uit
oefent binnen een instelling voor activiteiten op het terrein van spe
cifiek welzijn.
subsidiejaareen periode, aanvangende op 1 januari van een bepaald
jaar en eindigende op 31 december van dat jaar.
huisvestingskosten: alle uitgaven voor het gebruik maken en het in
goede staat houden van de voor activiteiten benodigde accommodaties,
waarop de ontvangsten uit hoofde van verhuur c.q. onderverhuur in min
dering moeten worden gebracht en zoals:
- afschrijving op: gebouwen, nieuwbouw, verbouwing, vaste inrichting,
buitengewoon onderhoud, verwarmingsinstallatie;
- rente van geldleningen, gesloten ten behoeve van de financiering van
aankoop van gebouwen en terreinen, kosten van verbouwing, eerste in
richting en buitengewoon onderhoud;
- huren, waaronder de kosten van het huren van gebouwen of lokalen en
van terreinen, alsmede de kosten van erfpacht of enig ander zakelijk
recht;
- premies van verzekeringen en overige lasten, voortvloeiende uit de
eigendom van gebouwen en terreinen;
- de kosten van onderhoud van gehuurde gebouwen, lokalen en terreinen
die ingevolge de wet op plaatselijk gebruik of overeenkomst voor re
kening van de huurder komen;
- de kosten van verlichting, verwarming en water.