- 12 -
Mevrouw Dekker merkt het volgende ops
:,De subsidieverordening is de grondslag voor het lokale welzijnsbeleid.
Een zin uit uw voorstel die wij helemaal onderstrepen. Met deze ver
ordening op tafel, met daarnaast de doelstellingen en prioriteiten uit
de inventarisatienota zullen we straks moeten kiezen.
Veel van de voorstellen van de welzijnscommissie zijn overgenomen.
Daar zijn we blij mee. Vooral omdat deze voorstellen tot stand zijn ge
komen in goed overleg met de bevolking. Dat vinden wij belangrijk, omdat,
wil een beleid slagen, het betrokkenheid en verantwoordelijkheid vraagt
van diegene die het betreft. Veel mensen zullen er misschien nog aan
moeten wennen, meeverantwoordelijk te zijn voor keuzes die gemaakt moeten
worden. Maar de welzijnscommissie heeft naar onze mening een goed begin
gemaakt met dit proces.
Mat de wijzigingen betreft, die u meent te moeten aanbrengen in het
concept van de commissie hebben wij een aantal op- en aanmerkingen. In
de le plaats het inbouwen van een groot aantal veiligheidskleppen in de
zin "met een maximum van een nader door de raad vast te stellen bedrag'
nadat u eerst een percentage noemt. Deze zin komen we b.v. tegen (be
halve bij het peuterwerk) als het gaat om kadervorming. Wij vinden dit
een overbodige toevoeging, die ook financieel-technisch niet klopt.
Het is óf het één, of het ander. Of 50% óf een nader te bepalen bedrag.
Het gaat er straks om dat er eerst een keuze gemaakt wordt met
betrekking tot de aanvragen. Aan welke activiteiten wordt voorrang ver
leend. Welke prioriteiten stellen we. Waar kiezen we voor. Kortom:
welk beleid willen we?
De raad hoeft dan niet allerlei bedragen nader vast te stellen,
dat kan dan gebeuren op grond van de goedgekeurde begroting van de in
stelling die subsidie vraagt en die opgenomen is in het programma.
In de 2e plaats zouden wij er op willen aandringen de opmerking
van de commissie over te nemen dat na 1 jaar bekeken zal worden hoe
deze verordening in de praktijk werkt. Juist omdat het maken van een
beleid en het mede+verantwoordelijk zijn, een proces van meerdere jaren
islijkt het ons zinvol om samen met de commissie en de betrokkenen aan
de basis hieraan alle aandacht te geven.
M.d.V.gelukkig is het college tot het inzicht gekomen dat "sportieve
recreatie" ook in deze subsidieverordening thuis hoort. Wèl zouden we
graag zien dat hierin 50% van de app. kosten worden opgenomen.
Met uw reactie op het bezwaarschrift van de stichting Ida kunnen
we voor een deel wel instemmen. Op een enkel punt zijn we het echter
oneens.
le. Personeelskosten. Afgezien van voldoende financiële middelen op
dit moment gaat het hier om de wenselijkheid van een beroepskracht.
Dat het nu niet haalbaar is, betekent niet dat het in de toekomst niet
voor 100% gesubsidieerd zou moeten worden, als het wel haalbaar zou
zijn. Dus ons voorstel: wel 100% personeelskosten. Dan heb je het als
beleidsuitgangspunt vastgelegd. Als in dit verband gesproken wordt over
een beroepskracht, gaat het niet om een coördinator voor het jeugd- en
jongerenwerk, zoals u denkt, maar over een beroepskracht voor het hele
sociaal-culturele werk.