- 14 -
Spreker zegt dat zijn fractie met de argumentatie van de aan
biedingsbrief accoord kan gaan evenals met het weglaten van de ouder
bijdrage naar draagkracht. Dit laatste moet men niet dwingend voor
schrijven. Dit moeten de verenigingen zelf doen. Spreker zegt dat de
onzekerheid over te verwachten subsidies ook afhangt van de datum
1 mei of 1 juli. Wanneer krijgen de verenigingen bericht over het be
drag waarop ze volgend jaar kunnen rekenen.
Tenslotte zegt spreker dat zijn fractie ingenomen is met de arti
kelen over de sportieve recreatie. Hij is het eens met de schrapping
van de personeelskosten op practische gronden. Het heeft dan toch geen
zin hiervoor een percentage te noemen.
De heer De Wolf zegt, dat de stelling is, dat deze subsidiever
ordening de grondslag is voor het locale welzijnsbeleid. Spreker is
het hier niet mee eens. De activiteiten die in deze gemeente zeer sterk
ontwikkeld zijn, zijn de grondslag voor het locale welzijn. Het bezwaar
schrift van de heer Van der Weg heeft spreker aan het denken gezet,
maar in een andere zin dan schrijver bedoelt nl. dat dit soort regelarij
wel eens een nadelige invloed zou kunnen hebben op het welzijn. Toch
kan spreker in de zin zoals het voorstel er ligt zich er wel mee ver
enigen. Het voorstel betreffende de sportieve recreatie spreekt wel aan.
Spreker meent dat het onverstandig zou zijn de genoemde percentages
anders als een maximum te beschouwen, omdat we anders met het gemeente
budget op geen stukken na weten waar we aan toe zijn. Het zal moeilijk
genoeg worden aan deze verordening inhoud te geven.
Spreker denkt daarbij wat er straks moet gebeuren met de aankoop
van de vrijkomende terreinen van industrieën in het dorp. Daarom vraagt
spreker met nadruk naar aanleiding van deze verordening -even een soort
financieel meerjarenplan te maken zodat niet in het wilde weg ad hoe
beslissingen worden genomen.
Het is moeilijk maar je moet een houvast hebben. Spreker meent dat
geen subsidie voor aanstelling beroepskrachten moet worden opgevoerd.
Hij acht dit geen goede zaak, niet alleen tegenover andere verenigingen
die geen gesubsidieerde beroepskrachten in dienst hebben, maar ook omdat
het er op lijkt dat het, gezien de ontwikkelingen, toch een holle phrase
wordt.
Wethouder Van Essen uit nog eens zijn waardering voor het vele werk,
dat de welzijnscommissie heeft verzet. Spreker zegt dat er nogal wat
vragen en enkele voorstellen ter tafel zijn gebracht. Het blijkt dat de
voorstellen van mevrouw Dekker en de heer Bouma voldoende worden onder
steund, zodat ze deel uitmaken van de discussie.
Spreker zegt, dat het college heeft gemeend met dit voorstel, dat
op een aantal punten sterk afwijkt van dat van de commissie, te moeten
komen. Hij is het niet met de heer Bouma eens dat het gewijzigde stand
punt ten opzichte van de sportieve recreatie voor het college gezichts
verlies betekent. Het college heeft hierbij naar de mening van de raad
gehoord.
Wat het bezwaarschrift van Ida betreft, merkt spreker op, dat het
bedrag waarop men kan rekenen een onzekere factor blijft