De pogingen om te komen tot het vestigen van een krediethypotheek
op de woning van een gescheiden vrouw zijn op niets uitgelopen. Er
blijken inmiddels aanzienlijk meer schulden te zijn, waardoor de bank
op alle bezittingen beslag heeft gelegd en er geen ruimte meer is voor
een krediethypotheek. Bovendien bleek de woning bij publieke verkoop
zo weinig op te brengen, dat deze verkoop op verzoek van de vrouw niet
is doorgegaan.
Herziening Ubink-normen.
Ai2!r5}f:e:EL2v§rzicht
In 1971 vond een herziening plaats van gemeentelijke salarissen.
Aanleiding daartoe was de integratie van de bezoldiging van hand- en
hoofdarbeiders. Als gevolg daarvan moesten de gemeenteambtenaren
worden ingepast in de onderste zes schalen van het Bezoldigingsbesluit
burgerlijke rijksambtenaren 1948 (BBRA'48). De loongroepen 1 t/m 6 voor
het werkliedenpersoneel werden geïntegreerd in de schalen 1, 3, 18 en
32, terwijl de rangen adjunct commies (A) werden ondergebracht in de
schalen 43 en 57. Genoemde 6 schalen vindt men in de huidige salaris
verordening dezer gemeente terug.
Reeds in 1971 werd ook voor de hogere schalen een ingrijpende her
ziening toegezegd. Toen werd reeds gesproken over het terugdringen van
de 154 schalen van het BBRA tot uiteindelijk 18 hoofdgroepen. Het heeft
10 jaar geduurd, alvorens het rapport ter tafel ligt. En dat is dan nog
slechts een voorloper van het te wijzigen BBRA. Een voorloper, die niet
langer kon worden uitgesteld, omdat men reeds lang tot de conclusie
was gekomen, dat met name in de kleinste en kleinere gemeenten de
salariëring achterliep bij de vergelijkbare functies in grotere gemeen
ten, bij de provincies en bij het rijk. De bezoldiging van de ambte
naren is gebaseerd op een stelsel, dat uitgaat van de grootte van de
gemeente. De indeling in inwonerklasse is gebaseerd op de zgn. Ubink-
normen
Het rapport van Ubink-normen 1948 hanteerde 22 inwonerschalen. In
de nieuwe herzieningsvoorstellen is de .ixvc-ffltareklasse indeling terugge
bracht tot 11. Onze gemeente was ingedeeld in de klasse 8 - 10 en is
nu ingedeeld in de klasse 8-14 duizend inwoners.
Het kabinet heeft intussen besloten de herziening van de Ubink-
normen te laten ingaan op 1 januari 1981 en daarvoor een bedrag van
75 tot 80 miljoen gulden gevoteerd. In het verleden zijn tegen de
huidige normen in toenemende mate bezwaren ingebracht. Deze bezwaren
zijn terug te voeren tot de algemene stelling, dat deze normen niet
voorzien in die salariëringsmogelijkheden, waaraan op grond van de
verzwaring van het gemeentelijk takenpakket behoefte bestaat.
De herzieningsvoorstellen komen aan die bezwaren tegemoet en stel
len de gemeenten in staat beter gekvzalificeerd personeel aan te trek
ken en/of te behouden.