5 - Deze soorten afval behoeven ons inziens geen regeling in de ge meentelijke verordening, omdat ze a. niet voorkomen (marktafval, ziekenhuisafval)j of b. geen problemen vormen (veegvuil, rioolslib, agrarisch afval, oude autobanden)dat wil zeggen zonder problemen worden verwerkt of ter verdere verwerking doorgezonden? of c. onder aparte regelingen vallen (chemisch afval) Voor het bouw- en sloopafval worden in provinciaal verband oplos singen gezocht (regionale stcrtplaaten en puinkrakers)Het lijkt ons gewenst in afwachting van provinciale regeling hiervoor (nog) geen regels te stellen. Wat betreft de in de toelichting op de model-verordening genoemde rol van de gemeentelijke inzameldienst als voorcentralisator van chemische afvalstoffen komt het ons voor, dat zulk een rol voor de reinigingsdienst van Iöaarderadeel niet is weggelegd. Daarvoor worden er in de gemeente te weinig chemische afvalstoffen aangeboden. De in de toelichting genoemde probleemstoffen, landbouwgif, oude medicijnen, batterijen en dergelijke kunnen worden ingezameld via centrale adressen van particulieren of particuliere organisaties zonder dat een beroep op de gemeentelijke reinigingsdienst behoeft te worden gedaan Wij verwijzen u naar het gestelde bij de behandeling van de arti kelen 12 en 13 van de verordening. Wanneer een beroep op de reinigings dienst wordt gedaan om behulpzaam te zijn bij de verwijdering van be paalde categorieën afvalstoffen, zal die hulp zeker worden geboden. Het aanwijzen van stoffen die onder de werking van de artikelen 34 t/m 36 van de verordening vallen achten wij niet noodzakelijk. Wij hebben er derhalve geen bezwaar tegen de artikelen 34 t/m 36 in de verordening op te nemen (vernummerd tot 32 t/m 34)doch zullen voorshands geen categorieën afvalstoffen aanwijzen. 2.3. Milieubeschermende_beDalingen Titel VII handelt over de bescherming van het milieu. Aar, de artikelen 37 t/m 40 hebben wij geen behoefte, omdat reeds regeling plaats gevonden heeft in de Algemene Politieverordening (artikel 37: artikel GIS APVartikel 39tartikeien G16 en G2S APV; artikel 40: artikel G19 APVals ook omdat de bescherming van het milieu ons inziens een problematiek van algemene aard is, waarvan het afvalstoffenprobleem slechts een onderdeel vormt. De bescherming van het milieu behoort dan ook in een algemeen kader te worden behandeld en niet in de afvalstoffen- verordening. Wat betreft het voorgestelde artikel 38 zijn wij van mening, dat de landelijke wetgever dit behoort te regelen. Verwezen wordt naar artikel 24 van de wet. Wij hebben geen behoefte aan een per gemeente wisselend regiem voor het in of op de bodem brengen van stoffen als gier, mest en puin. Voor het overige kan de Wet op de Bodemverontreiniging worden afge wacht

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 128