Het gaat er om, dat het ook ver weg plaatsen niet zonder meer aantrekkelijk is op grond van de gevaren, die voor eenmaal dat soort leidingen in de grond en alle veiligheidseisen, die daaraan gesteld worden, met zich meebrengen. De heer Zwart merkt nog op dat de heer Van Gorkum naar aan leiding van dit punt in de vorige raadsvergadering contact heeft ge had met het gasbedrijf. Van de zijde van het gasbedrijf is meegedeeld, dat er geen bezwaar tegen bestaan het gebouwtje wat verder weg op te richten. Spreker neemt aan, dat het college de beide mensen die daar mee te maken hebben, in een zo vlug mogelijk stadium terzake inlicht. Spreker heeft begrepen, dat dit thans nog niet is gebeurd. Hope lijk heeft het college in dit verband eerst de discussie van vanavond willen afwachten. Uanneer toch een plaats wordt aangewezen, die dicht in de buurt ligt, dan verdient het toch wel aanbeveling, dat beide mensen direct worden ingelicht. Hoewel niet onder de rubriek "mededelingen" opgenomen, kan de voorzitter nog meedelen dat het college gisteren de aanleg van de H.J. Kooistrawei heeft gegund aan Tjepkema b.v. voor 190.000, Deze gunning is geschied na loting, omdat twee inschrijvingen, waar onder Tjepkema, eenzelfde bedrag hadden ingevuld. Hierna worden de mededelingen voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen stukken. De voorzitter stelt voor punt 5 helemaal naar achteren te schuiven, zodat dat punt de "uitsmijter" van deze raadsvergadering wordt. Hiermee wordt accoord gegaan en worden de ingekomen stukken overigens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aange nomen Voorstel tot verdaging van de beslissing op een beroepschrift tegen het weigeren van een bouwvergunning De heer De Wolf heeft zich ietwat verwonderd over dit voorstel. Wanneer hij de stukken goed heeft begrepen, is de heer Van Nus na de vorige raadsvergadering bij de dienst van gemeentewerken te verstaan gegeven, dat, indien hij een plan zou indienen, dat de instemming van de Provinciale Friese Schoonheidscommissie Icon wegdragen, er van ge meentewege geen bezwaar zou bestaan tegen de beoogde verbouw. Gezien het briefje van de Schoonheidscommissie, dat bij de stukken ter inzage ligt, heeft spreker de indruk, dat betrokkene inderdaad een zodanig plan heeft ingediend. Spreker vermoedt, dat daardoor deze handelwijze van het college een wat zonderlinge indruk zal maken. Persoonlijk kan hij deze wijze van handelen ook niet goed plaatsen. Wethouder Terpstra antwoord, dat uit vorige gesprekken omtrent deze aangelegenheid wel duidelijk is geworden, dat hier sprake is van een teer punt. Aan de ene kant wil men graag de ruimte geven aan een bedrijf, dat ter plaatse is gevestigd, aan de andere kant wil men ook graag de wel- standseisen, die deze tijd meebrengen, in acht nemen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 15