De gemeenten Rauwerderhem en Utingeradeel zullen zich bij een voort zetting van de activiteiten moeten belasten met de exploitatie van de noodslachtplaats, hetgeen een te smalle basis mag worden geacht, c. Voortzetting van de exploitatie van de noodslachtplaats te Oldeboorn betekent wel, dat deze slachtplaats moet worden aangepast aan de wet telijke eisen, hetgeen van de huurder dan wel van de gemeenten een in vestering vergt. Uit bedrijfseconomische overwegingen moet dit niet verantwoord worden geacht. De ambtelijke adviezen van de Vleeskeuringsdienst en de Veterinaire Inspectie van de Volksgezondheid geven ook een sluiting van de in richting aan. Ook de samenwerkende landbouworganisaties hebben zich, na overleg met de commissie, met de definitieve sluiting van de noodslachtplaats kunnen verenigen. De commissie voor de noodslachtplaats heeft de colleges van burge meester en wethouders van de samenwerkende gemeenten dan ook in over weging gegeven, de raden van die gemeenten voor te stellen de gemeen schappelijke regeling op te heffen. Wij stellen u voor dit advies op te volgen en met toepassing van artikel 17 van de gemeenschappelijke regeling dienovereenkomstig te be sluiten. Het daartoe strekkend besluit ligt bij de stukken voor u ter inzage. Bij aanvaarding van dit voorstel zal tot liquidatie moeten worden overgegaan en zal derhalve een liquidatieplan moeten worden opgesteld. De meergenoemde commissie heeft zich tot haar taak gerekend zich met deze materie te belasten. Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel, B.G. Iloltrop, burgemeester. P.H. Starreveld, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1981 | | pagina 65