- 3 -
Artikel__9
1. Indien daartoe termen aanwezig zijn, kan aan een ambtenaar bij aanstel
ling een door burgemeester en wethouders vast te stellen salarisanciënni-
teit worden toegekend.
2. Ingeval van overgang naar een ambt, gerangschikt in hetzelfde salaris
niveau, wordt, onverminderd het bepaalde in het eerste lid voor de vast
stelling van de salarisanciënniteit in het nieuwe ambt mede rekening ge
houden met de in het verlaten ambt verworven salarisanciënniteit.
3. In geval van bevordering wordt de salarisanciënniteit, door toepassing
van het eerste lid, zodanig vastgesteld, dat het salaris in het nieuwe
ambt tenminste wordt bepaald op het bedrag van het salaris, dat de ambte
naar in het verlaten ambt genoot, vermeerderd met één periodieke ver
hoging van het aan het nieuwe ambt verbonden salarisniveau.
Artikel_10
1. Het genot van de bezoldiging vangt aan roet de dag, waarop de aanstelling
ingaat. Indien in het besluit van benoeming geen datum van ingang is ver
meld, vangt het genot van de bezoldiging aan met de dag, waarop het ambt
is aanvaard.
2. De bezoldiging wordt per maand uitbetaald.
3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de betrek
king of op de dag van het overlijden van de ambtenaar.
Artikel 11
1. In gevallen, waarin de bezoldiging moet worden berekend over een gedeelte
van een maand, wordt de bezoldiging per dag vastgesteld door deze per
maand te delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.
2. De ingevolge het vorige lid vastgestelde bedragen wordt tot een cent naar
boven afgerond.
Artikel_12
Burgemeester en wethouders bepalen nader de salarisanciënniteit van de
bij het inwerking treden dezer verordening in dienst zijnde ambtenaren.
Artikel_l3
In de bezoldiging van het personeel, in dienst bij het sporthal/zwembad-
complex "De Twine"wordt de onregelmatigheidstoeslag geacht te zijn inbe
grepen