Commissie voor Administratief Beroep. Aan de gemeenteraad. Grouw, 14 oktober 1982. Tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Idaarderadeel van 9 juni 1982 tot het weigeren van een vergunning voor de aanleg van een haventje en de bouw van een steiger bij een zomerhuisje aan de Wijde Ee (kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie E, nr. 345) is door de heer H. Sytema te Grouw een beroepschrift ingediend. Het op 14 juli 1982 ingekomen beroepschrift is ingediend binnen de daartoe geldende termijn/ zodat de heer Sytema, welke optreedt als gemachtigde van de eigenaar van het zomerhuisje, de heer E.A. van Dishoeck te Baarn, in zijn beroep ontvankelijk kan worden geacht. Genoemd beroepschrift is onze commissie om advies ter hand gesteld. Wij hebben de heer Sytema in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren nader toe te lichten tijdens een door ons gehouden hoorzitting op 14 oktober 1982. De heer Sytema heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Omtrent de inhoud van de toelichting volstaan wij met te verwijzen naar het proces—verbaal van de hoorzitting waarvan een copie voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt. Na het beraad, volgend op de hoorzitting, is de commissie tot onderstaand advies gekomen. De commissie is van oordeel dat het door de heer Sytema ingediende beroepschrift uitgesplitst dient te worden in twee gedeelten, te weten: a. beroep tegen de weigering tot het verlenen van een aanlegvergunning voor de aanleg van een haventje; b. beroep tegen de weigering tot het verlenen van vergunning voor de bouw van een steiger. Het besluit van burgemeester en wethouders van Idaarderadeel van 9 juni 1982 tot weigering van de aanlegvergunning voor de aanleg van een haventje en de weigering tot vergunningverlening voor de bouw van een steiger wordt gedragen door de motivering dat de realisatie van genoemde voorzieningen ernstig afbreuk zou doen aan de landschappe lijke en/of historische waarden van de gronden ter plaatse gezien het storende effect in dit "zo tere" landschap, /natuurwetenschappelijke Gezien de situering van het haventje en de afmetingen daarvan (het haventje is geprojecteerd aan de meest oostelijke zijde van het zomerhuisje vanaf de struik die groeit bij de ingang van de sloot onder een hoek van 45° noordelijk landinwaarts over een lengte van 4 meter; vanuit dat punt schuin uitlopend naar de huidige oever van de sloot, waardoor er een driehoekvormige insteekhaven zal ontstaan over een totale breedte van ongeveer 12 meter) is de commissie van mening dat niet kan worden gesproken van een ernstige afbreuk van het landschap.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1982 | | pagina 26