Commissie voor Administratief Beroep. Aan de gemeenteraad. Grouw, 1 december 1982. Tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Idaarderadeel van 1 november 1982 tot het weigeren van een vergunning voor de bouw van een windmolen op een perceel te Roordahuizum (kadastraal bekend ge meente Roordahuizum, sectie A, nr. 2181) is door de heer F.R. Tigchelaar te Roordahuizum een beroepschrift ingediend. Het op 9 november 1982 ingekomen beroepschrift is ingediend binnen de daartoe geldende termijn, zodat de heer Tigchelaar in zijn beroep ont vankelijk kan worden geacht. Genoemd beroepschrift is onze commissie om advies ter hand gesteld. Wij hebben de heer Tigchelaar in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren na der toe te lichten tijdens een door ons gehouden hoorzitting op 1 decem ber 1982. De heer Tigchelaar heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Omtrent de inhoud van de toelichting volstaan wij met te verwijzen naar het proces-verbaal van de hoorzitting waarvan een copie voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt. Na het beraad, volgend op de hoorzitting, is de commissie tot onder staand advies gekomen. De commissie is van oordeel dat het door de heer Tigchelaar ingedien de beroepschrift onvoldoende onderscheidt: a. de formele weigeringsgronden van de vergunning; b. het gemeentelijk beleid inzake de plaatsing van windmolens. De Commissie acht zich alleen bevoegd een advies te geven over de vraag of burgemeester en wethouders de bouwvergunning al dan niet te recht hebben geweigerd (aspect a)De Commissie acht het niet op zijn weg liggen over het sub b genoemde aspect een uitspraak te doen en laat dan ook de onderdelen van het beroepschrift van de heer Tigchelaar die hiernaar verwijzen buiten beschouwing. De Commissie stelt vast, dat burgemeester en wethouders de bouwaan- vraag hebben getoetst aan de bouwverordening. Het college heeft vastge steld, dat de daarin genoemde maximaal toegestane hoogte van 15 meter met 5 meter wordt overschreden en voert deze overschrijding aan als een van de argumenten voor weigering van de vergunning. Dit is niet juist. De bouwaanvraag had moeten worden getoetst aan de voorschriften van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan Kern Roordahuizum, in welke voorschriften bepalingen zijn opgenomen omtrent de hoogte van bouwwerken. De toegestane hoogte van bouwwerken volgens het bestemmingsplan is 5 me ter. Er is een vrijstellingsbepaling tot 10 meter onder bepaalde voor waarden (nadere eisen) De conclusie van de Commissie is dan ook, dat de bouwvergunning te recht is geweigerd, zij het dat de weigering onjuist is gemotiveerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1982 | | pagina 66