GEMEENTE IDAARDERADEEL Nr. 1744. 17. Voorstel tot wijziging van de Verordening op de heffing van onroerend-goedbelastingen Aan de gemeenteraad. Grouw, 9 september 1983. Bij de wet van 22 december 1982 (Stbl. 723) is de gemeentewet gewijzigd in het bijzonder met betrekking tot de heffing van onroerend-goedbe lastingen. In aansluiting hierop is op 20 mei 1983 het Besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen in overeenstemming gebracht met de tekst van de gemeentewet. De gewijzigde tekst van het Besluit g.o.g.b. is verschenen in het Staatsblad nr. 307 van 7 juli 1983. Als gevolg hiervan dient ook de gemeentelijke belastingverordening gewijzigd te worden ten einde niet strijdig te zijn met een hogere regeling. Het voorstel tot wijziging betreft de artikelen 4 (Heffingsgrondslag) en 7 (Vrijstellingen). Heffingsgrondslag: In het vierde lid van artikel 4 wordt voor de daar bedoelde incourante goederen de gecorrigeerde vervangingswaarde als waardebegrip geïntroduceerd. Hiermee wordt bereikt dat ten aanzien van de incourante goederen, waaraan op grond van de ontstane jurisprudentie veelal een waarde nihil moest worden toegekend, thans de gecorrigeerde vervangingswaarde als heffingsgrondslag kan worden gehanteerd. Bij het bepalen van de gecorrigeerde vervangingswaarde dient rekening gehouden te worden met de technische en functionele veroudering die is opgetreden sedert de stichting van het object, waarbij tevens latere wijzigingen van het object in aanmerking moeten worden genomen. In het volgende lid wordt aangegeven voor welke onroerende goederen de gecorrigeerde vervangingswaarde in de plaats treedt van de waarde in het economische verkeer. Dit zal het geval zijn wanneer er voor het onroerende goed redelijkerwijs geen verkrijger kan worden gevonden die het onroerende goed zou willen verwerven tegen een bedrag dat in redelijke verhouding staat tot de in het vierde lid bedoelde waarde Van sommige objecten zoals trafo's, gasontvangststations, vliegvelden, crematoria en dergelijke kan zonder enige twijfel gesproken worden van incourant zijnde. Van andere, zoals sporthallen, olieboorinstalla ties, stations en dergelijke, zal aard en ligging vaak bepalend zijn. Ons college dient hiertoe later uit te maken of een bepaald object nu wel of niet als incourant is aan te merken. Vrijstellingen: Ingevolge artikel 273, lid 11 van de gemeentewet en artikel 11 van het Besluit g.o.g.b. zijn er drie nieuwe vrijstel lingen verplicht voorgeschreven. Het betreft vrijstellingen van openbare land- en waterwegen, waterverdedigings- en waterbeheersings- werken en zuiveringsinstallaties, beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1983 | | pagina 71