- 4 - Ten aanzien van het bezwaar onder a) merken wij op dat niet zozeer het al dan niet bestaan van een dringende behoefte drijfveer dient te zijn voor de ontwikkeling van een bestemmingsplan doch dat een dergelijk plan veeleer de neerslag is van als meest gewenst geachte toekomstige ont wikkeling voor het gebied waarover het plan zich uitstrekt. Aan dit oor deel ligt een afweging van stedebouwkundige-landschappelijke-milieuhy- giënische- en andere belangen ten grondslag. Deze ruimtelijke ordening wordt verkregen door het coördineren van de verschillende belangen, die bij het gebruik van de in het plan begrepen grond zijn betrokken, tot een zo harmonisch mogelijk geheel, dat een grotere waarde vertegenwoordigd dan bij het dienen van elk van die be langen afzonderlijk te bereiken was geweest. Gezien eerder genoemde feitelijke ontwikkelingen en gewijzigde beleids- inzichten is voor genoemde woonbestemming gekozen. Wij stellen u voor dit bezwaar ongegrond te verklaren. Aangezien in een bestemmingsplan slechts de bestemming van een perceel wordt aangegeven en in de voorschriften behorende bij dat plan wordt aan gegeven aan welke voorschriften een bebouwing moet voldoen kan bij het ontbreken van een bouwplan thans nog niet worden bezien op welke wijze de bestemming wordt ingevuld. Estetische bezwaren tegen een toekomstige bebouwing waarvan slechts de contouren bekend zijn lijken ons dan ook wat voorbarig. Dergelijke bezwaren kunnen naar onze mening eerst bij afgifte van een bouwvergunning in het kader van het welstandstoezicht aan de orde komen. Voor zover de bezwaren betrekking hebben op de hoogtematen merken wij op dat deze ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan Meinga niet ver schillen. Wij stellen u voor ook dit bezwaar ongegrond te verklaren. Met betrekking tot het onder c) genoemde bezwaar betreffende de eventueel te lijden schade verwijzen wij naar hetgeen hierboven is vermeld inzake de mogelijkheden welk de wet op de Ruimtelijke Ordening in dezen biedt. Overigens wordt naar ons oordeel door de woonbestemming de weg niet af gesneden gelijke tred te houden met de ontwikkelingen en ministeriële aan passingen in de gezondheidszorg in Grouw nu aan de westzijde en zuidzijde van genoemd perceel mogelijkheden aanwezig zijn om gebouwen ten behoeve van de gezondheidszorg op te richten. Wij stellen u voor dit onder c) genoemde bezwaar ongegrond te verklaren. Met betrekking tot het door indieners van het bezwaarschrift gedane voorstel om bedoeld perceel de bestemming "bijzondere doeleinden" te geven volstaan wij met te verwijzen naar de hierboven aangegeven afweging van belangen. Gezien het bovenstaande stellen wij u voor beide ingediende bezwaarschrif ten ongegrond te verklaren en het ontwerp-bestemmingsplan "Grouw Zuid- West" vast te stellen conform het voor u bij de raadsstukken ter inzage lig gende ontwerp-besluit Burgemeester en wethouders der gemeente Idaarderadeel, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1983 | | pagina 71