-2-
Wij menen dan ook, dat terughoudendheid moet worden betracht in het uit
gavenpatroon van de gemeente, zeker wanneer op de doeluitkering zo'n
drastische korting wordt toegepast.
Als uitgangspunt willen wij vasthouden aan het totaal beschikbare bedrag
van 72.575,inclusief een post voor onvoorziene uitgaven en onge
acht een eventuele toename van de activiteiten.
Daarbij willen we thans niet zo ver gaan, dat ook de korting op de rijks
bijdrage al wordt doorberekend, al sluiten wij niet uit, dat bij de
begrotingsbehandeling daartoe alsnog door de raad van Boornsterhem beslo
ten zal worden. De mogelijkheid willen wij althans in de voor 1984 toe te
kennen subsidies opnemen.
Wij stellen u dan ook voor:
- het totaal van de subsidielijst sociaal cultureel werk vast te stellen
op 70.332,75, exclusief de post onvoorzien;
- de post onvoorzien vast te stellen op 2.242,25.
De door ons voorlopig vastgestelde subsidielijst heeft ter visie gelegen
van 29 november tot en met 12 december 1983. De tervisielegging is bekend
gemaakt in de plaatselijke pers.
Er is een bezwaarschrift binnengekomen van de jeugdsoos SZDRNZLL te Warga.
Dit betreft de door hen opgevoerde, maar door de commissie geschrapte
huur van 3.000,De commissie Welzijnswerk heeft dit bedrag beschouwd
als een reservering voor toekomstig onderhoud. Deze reservering is volgens
de commissie geen kostenpost voor de jeugdsoos. De jeugdsoos meent van wel.
Wij zijn van mening dat als er huur wordt betaald voor een gebouw het aan
de verhuurder is om te bepalen wat hij met het ontvangen huurbedrag doet.
Dit zou onder anderen aangewend kunnen worden voor het onderhoud van het
verhuurde gebouw, maar het hoeft niet.
Andersom geldt dit ook. Als er geen huur wordt betaald is het de huurder
vrij om te bepalen wat er met het niet bestede bedrag moet gebeuren. Het kan
worden besteed aan onderhoud, maar het hoeft niet.
De constructie dat een gebruiker in plaats van huur het groot onderhoud voor
zijn rekening dient te nemen past niet in het systeem van de subsidiëring
van kosten van huisvesting.
Het kan niet zo zijn, dat een particulier gebouw via de subsidies op het
sociaal cultureel werk rechtstreeks door de overheid wordt onderhouden.
Subsidiabel dienen te zijn de kosten van huisvesting, niet de kosten van
(groot) onderhoud.
Omdat de subsidieverordening op dit punt geen sluitende regeling kent en
ook gezien het feit, dat door de jeugdsoos wel degelijk de opgegeven kosten
worden gemaakt dient naar onze mening het bezwaarschrift niettemin gegrond te
worden verklaard in die zin, dat het bedrag van 3.000,wel wordt be
schouwd als subsidiabele huur, althans voor het jaar 1984.
Wel vinden wijdat de subsidiabele onderhoudskosten aan een maximum moe
ten worden gehouden van 2.000,per instelling per jaar. Zie de toe
lichting bij de ontwerp-subsidielijst.