öEBiïÊraïs?W' fl ^r? '-H& 1 «»,.•?-, 18 t.-'.-r -j*« PIM ^ÉmjÜfc* iV'K B-i.lfJn.n, 3. "^)f- 1 T7&€ élv. fcn'f^u 9-tu nTiiH?^ tU)A l -i "Hh r r|fha %>}-. JU 4i*^',J'Hfr,w/ p i;t J.'. w.t«<C 7&- ->^"T-fc.v a.y^, - r ,<-.■( -.\r r -" wiV yn»T i feSiit (ViJj IIMI^ J lft'j. M %;£?Sk £->■ b^. ÏMi- I toVt, vjl .'(nLÏÏf^l "l-tp) ri,..W T 2 ifl* riWT/J //A'jvC^^ j I~-' L T Lneivf/ L c4.; l,*[ &cy7 SH?^ K .J H"^- 1 weesen aan te nemen, in aansien haare voorolderen hier ter steede aensienlijke burgeren geweest sijn, sonder dat 't sel- ve naamaals in consequentie sal worden getrocken (21.9.1683). dat te bevresen staat 't pericul van brand in de huisinge van Tieeds Wijbes staande in de Cleine Hoogstraat soo niet een heer dij ser in de heerd op de boven- keuken worde geleght dat sal worden geordonneert omme binnen 24 uyren de gemelte keuken met een heerdijser te voorsien (20.12.1683). de samentlijke bierdragers boven te ontbieden en hun nopens 't ombrengen van swicken in plaats van almanacken tot een Nieuwjaar eernstelijk te bestraf fen (4.1.1684). een nieuwe brugge te laten leggen ten einde van de Nieuwe Oosterstraat, over 't diept naa de wall lopende (22.2.1684). Met de familie (van) Echten - gezien het gevoerde familiewapen zich niet rekenend tot het gelijknamige Drentse riddermatige geslacht - heeft het Leeuwarder stadsbestuur bijna twee eeuwen lang geprocedeerd over de inkomsten van het Sint Annaleen in de kerk van Oldehove. Eerst na een (1860 gedrukt) rapport van archivaris Eekhoff kwam daar aan een einde. De Leeuwarder advocaten dr. Petrus en zijn zoon dr. Richaeus Echten, R.K., dus niet toe laatbaar tot de Magistraat, waren erfelijk col lator (begever) van dat St. Annaleen, een soort studiebeurs. Richaeus' zoon Douwe Domini ons had op kosten daarvan gestudeerd (1654 te Utrecht), ging daarna in het Staatse leger (1658 vaandrig, 1675 luitenant) en gedroeg zich in 1674 als enig begever, beheerder en genieter van die inkomsten. Na zijn dood (Einden 1683) belandden die "rechten" bij de nakomelingen van zijn dochter Aurelia, die zich ook Van Echten gingen noemen. De zoontjes Hotse en Douwe, respectievelijk 11 en 8 jaar oud, werden door de welwillend heid van de Raad (resolutie van 21 september 1683) opgenomen in het Nieuwe Stads Wees huis. Uit de fragmentarisch bewaard geble ven weeshuisadministratie van die jaren kan worden opgemaakt, dat Hotse tot einde 1686 ontving: 3 maal een pak bovenkleding, 2 maal onderkleding, 5 broeken, 8 paar schoenen en 3 hoeden; Douwe: 2 maal bovenkleding, 2 maal onderkleding, 4 broeken, 6 paar schoenen en 3 hoeden. om de balken in de Westerkerk te laten verven, gelijk mede de Jacobiner en Gali- leaer kerken met sodanige borden met schijven tot 't aantekenen van psalmen te voorsien, gelijk in de Westerkerk rede gemaakt sijn (16.5.1684). op de meeste mesnage (met betrachting van zuinigheid) 't uyrwerck in de Wester- kerck op quartieren ende halff uyren te laten maecken (6.6.1684). dat de huyrderse van een salaedtsbanck op de Peperstraetspiep, sedert may 1682 tot may 1683, wegens 't ontberen van dien, ten tijde voorschreven piep wierde gerepareert ende met ijseren leuningen versiert, sal worden geremitteert de helfte van haer huyr (6.6.1684). Jan Yes ofte de meester, die hem van 't accident aen sijn kakebeen sal comen te geneesen, geaccordeert tien Carolusgul- dens (27.6.1684). te beramen een goede ordre, ten einde bij 't aansteken van de vierwerken, die op de inhalinge van Sijn Vorstelijke Door- luchtigheyd sullen worden aangesteken, geen brand mach comen te onstaan, ofte soo 't selve - 't welk God wil verhoeden - geschiede, dat se tijdelijx mach worden gebluscht (1.8.1684). onder de bedienden van de stad ordre te stellen, beneffens de brandmeesters, tot voorcominge van ongelucken bij 't inhalen van de Heere Erf-Stadholder (de het jaar tevoren gehuwde Hendrik Casimir II), en tot dien einde mede twee a drie kommen in 't Ruitersquartier te laten leyken tot becominge van water in tijd van ongele- gentheyd (8.8.1684). dat ijmand in de (Raads)vergaderinge onder 't voorstellen ofte leesen van de Heere praeses in der tijd niet attent en is, maar continueert in discoursen, naa dat de praeses door 't doppen een teeken van silentium sal hebben gegeven, sal verbeu ren een schellingh (8.8.1684). dat niemand hem sal verstouten eenige vierwarken, als dappers, swerwers en andere, onder de menschen ofte in de huysen te smijten, bij poene van een pond groot ofte het hondegat (8.8.1684). ...te informeren op de hoy-schuiren van pannen ontbloot in 't Ruitersquartier, en de eigenaars te belasten, dat se bin nen drie dagen behoorlijk mogen worden gedekt, bij poene van een pond groot, opdat door 't aansteken van vuir-pijlen ende andere vuyrwerken, met den eersten voor te vallen, geen ongeluk van brand en come te ontstaan (13.8.1684). op 't gepropeneerde, off bij de receptie van Sijn Vorst. Doorl. en sijn gemalinne mevrouw de princesse van Anhalt, oock eenigh tractement en onthaal de vorste lijke personen sal worden gepresenteert en aangebooden, is na deliberatie gere- solveert en goetgevonden, naa dat wel een gemeene genegentheyt tot een tracte ment ofte maaltijd was gebleeken, noch tans deselve voor dese tijd, door de grote schaarsheyt van penningen en achterlijke staat der comptoiren te declineren en ver bij te gaan (16.8.1684).

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2001 | | pagina 20