22 friesboot die aanmeerde aan 'Het Veer', tussen de Prins Hendrikstraat en de Zui derstraat. Met een hondenkar werd het meel naar de bakkers in de stad gebracht. Bakkers in de provincie werden door vrachtrijders bevoorraad. Jacob Haarm- sma fietste de hele provincie af om orders binnen te halen. Mobilisatie Jacob meldde zich zaterdag 1 augustus 1914 na een onrustige nacht -Janke en hij waren 'teveel vervuld met den ernst van den toestand'- bij de landweer in de Beurs. Hij was daar vroeg en om half acht werd hij weer naar huis gestuurd met de mededeling dat hij zich om half twaalf weer moest melden. Inmiddels was het ongewoon druk in de stad. Bij het station dromden vrouwen en kinderen samen om hun man en vader uit te zwaaien. Er kwamen ook militairen de stad in. Zij werden ondergebracht in de kazerne en in scholen. Veel bekijks trok op het vee marktterrein de keuring van gevorderde paarden. Ronduit feest leek het toen het eerste bataljon met muziek naar het sta tion marcheerde. Maar er heerste ook zorg. Veel kostwinners waren opgeroepen. Bouwwerken, zoals de bouw van de Mid delbare Technische School kwamen stil te liggen; bij de politie waren zestien agen ten opgeroepen; een bakker moest zijn zaak sluiten omdat hij en zijn vier mede werkers waren opgeroepen. Jacob Haarsma vertrok die zaterdag om één uur met bestemming Woudrichem waar hij 's avonds om tien uur met ande ren uit zijn onderdeel aankwam. Er was niet erg gerekend op hun komst: de man nen moesten zelf een slaapplaats zoeken; eten kregen zij van bewoners uit het stad je. De volgende ochtend om vijf uur trok ken Haarsma en zijn lotgenoten zonder ontbijt verder. In Almkerk werd getracht uit te vinden waar de verschillende onderdelen gelegerd waren. De uiteinde lijke bestemming van Jacob Haarsma's onderdeel bleek Oudendijk te zijn, waar de mannen bij particulieren werden inge kwartierd. De komende weken bestond het werk uit het graven van loopgraven compleet met prikkeldraadversperringen. Het werk was zo eentonig dat lange mar sen en nachtelijke oefeningen een welko me afwisseling waren. Veel soldaten hiel Het 9e Regiment Infanterie tijdens de mobilisatie 1914-1918. De afgebeelde Leeuwarders op de foto lagen ergens in Brabant in garnizoen; boven v.l.n.r.: R. Kaller, luitenant Dijkstra, luitenant Hoene- veld; beneden v.l.n.r. R. Tombrock, B. Vossenberg, Schoppert, Feddema, de Vries en Sj. Attema pen na 'werktijd' hun kostgezin met bij voorbeeld het melken van de koeien of het schillen van de aardappelen. Haarsma had onderdak gevonden bij een schoen maker. Soms bracht hij de gerepareerde schoenen naar de klanten terug. Geen koekjes bij de thee Op het moment dat Jacob Haarsma op 1 augustus richting zuiden vertrok, arri veerde burgemeester Patijn vanaf zijn vakantiebestemming in Zwitserland in Leeuwarden. Hij was niet erg onder de indruk van de organisatie rond de mobi lisatie. Integendeel, 'een janboel' was het volgens de burgervader. Hij bemerkte al gauw dat de mensen begonnen te bezui nigen. Zo was hem ter ore gekomen dat een vermogende inwoner de koekjes bij de thee had afgeschaft. Patijn besefte dat winkeliers het slachtoffer werden van de bezuinigingswoede en plaatste daarom met enkele anderen een oproep om 'onze rekeningen over het loopende jaar te betalen'. Maar de belangrijkste zorg voor het gemeentelijke bestuur was op dat moment om de voedselvoorziening op peil te houden. Daarbij draaide het vooral om de prijs van het brood. Voorkomen moest worden dat dat onbetaalbaar werd. Bak kers kregen een rantsoen tarwebloem toe gemeten dat voor gewoon gebruik toerei kend moest zijn en waarop de samen stelling van het brood werd vastgesteld. Dat Leeuwarden in 1914 nog een over zichtelijke provincieplaats was, blijkt wel uit de manier van werken. Om er achter te komen wat voor iedere bakker de toereikende hoeveelheid tarwebloem was, ging Besuijen, oud bestuurslid van coöperatie Excelsior, 'in een automobiel bij alle bakkers rond'. En, voegde Patijn eraan toe 'zoo wisten wij dit spoedig'. De controle op bakkers die ervan verdacht werden hun brood lekkerder te maken door meer tarwebloem te gebruiken was even eenvoudig als doelmatig. Er werden enkele broden in beslag genomen en ver volgens verzocht Patijn 'drie bakkers, w.o. de meesterknecht van Excelsior, samen te komen met de beide scheikundigen van de keuringsdienst. Daar werd van de als monster genomen brooden aan ieder een boterham gegeven. Ieder moest zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2001 | | pagina 24