Startschot voor een wielerbaan
18
Dirk Swierstra Op de avond van 22 oktober 1932 werd door het bestuur van de Ren- en Toeris-
tenvereeniging Leeuwarden besloten tot het stichten van een wielerbaan in Leeu
warden. De oprichtingsvergadering werd gehouden bij een bestuurslid thuis: de
wielrenner Bep Andriessen Sr., die in het Auckamastraatje woonde.
De geplande wielerbaan zou een totale
lengte krijgen van 200 meter, en zou geheel
van hout worden opgetrokken. De begro
ting voor de bouw van de baan bedroeg
ongeveer 6.000.-, maar de uiteindelijke
bouwkosten bedroegen 22.000.-. Als
lokatie liet men het oog vallen op een ter
rein ter hoogte van de Engelsestraat waar
die nu de Tesselschadestraat kruist.
Aangespoord door de directeur van een
sigarenfabriek aan de Schrans, Uilke de
Boer, legden een aantal zakenlieden het
benodigde geld op het kleed. Er waren
bekende namen onder de geldschieters:
graanhandelaar Wiebe Mylius, jenever
stoker Piet Bokma en de horecabaas
Sipke Castelein. Uilke de Boer werd later
benoemd tot directeur van de Wielerbaan.
Bep Andriessen Sr. -in 1922 ontving hij
al een startgeld van 225.- vond, via een
bevriende coureur, een firma met ervaring
in het bouwen van wielerbanen. Deze fir
ma, Jos van der Ende uit Helmond, begon
in het voorjaar van 1933 met grote voort
varendheid met de bouw van de baan.
De bouw ging niet echt soepel van start.
Het vroor bij het begin van de bouw zo, dat
men genoodzaakt was zout in het water
voor het beton te gooien.
Hoewel de baan nog niet geheel dicht
getimmerd was, reden de Leeuwarder
wielrenners Bep Andriessen Jr. en Eise
van der Meulen, al begin maart 1933 over
de baan. Ze 'wipten' gewoon over de open
stukjes heen. Op 22 maart 1933 werd de
baan gekeurd door een vertegenwoordiger
van de Nederlandse Wielren Unie, John
van Eek. De nieuwe wielerbaan werd offi
cieel in gebruik genomen tijdens de paas
dagen op 16 en 17 april 1933. De opening
werd verricht door R.Buisman; de loco-bur
gemeester van Leeuwarden, G. Ritmeester
Wielerwedstrijd op de Wilhelminabaan in de
jaren dertig
loste het eerste startschot. Bep Andriessen
Sr. reed samen met Kobus Meulenkamp
en Frans Erlich het eerste officiële rondje.
Op het spektakel waren deze zondag 2500
toeschouwers afgekomen.
De baan had op de rechte stukken een
overdekte en een onoverdekte tribune. In
de bochten werden staantribunes gebouwd.
De prijs van een staanplaats was 24 cent.
Een deel van de tribunes werd gebruikt
als cabines voor de renners. Er was plaats
voor 3500 toeschouwers. De totale breedte
van de baan, met vluchtlatten, was onge
veer 6 meter. Omdat de nieuwe wielerbaan
gebouwd was in de vorm van een kuip, was
hij in Leeuwarden ook wel bekend als de
'tobbe'.
Rondjes van 200 meter
In 1934 werd op deze baan het Fries kam
pioenschap verreden. De deelnemers die
125 rondjes van 200 meter reden, waren
Jaap Hiemstra, Dirk Kanon, Bep Andries
sen Sr. en Bep Andriessen Jr. De laatste
werd winnaar en dus Fries kampioen.
Gedurende de paasdagen in 1935 werden
er wedstrijden gereden op de baan. In mei
1935 werden er zogenoemde 'Horloge'-
wedstrijden gehouden tussen Friesland en
Overijssel. Bep Andriessen Jr. werd eerste
in de afvalrace over 4 kilometer.
De wielerbaan werd niet alleen gebruikt
voor het doel waarvoor hij gebouwd was.
De SDAP bijvoorbeeld maakte gebruik van
de baan. In 1934 hield zij er een provin
ciale bijeenkomst, waarop leden van de
Nederlandse Arbeiders sportbond optra
den en leden van de AJC (Arbeiders Jeugd
Centrale) om de meiboom dansten. Bij de
sluiting van het wielerseizoen 1934 gaf de
Zendersche Motor-Acrobaten Club o.a. op
de baan een demonstratie.
De exploitatie van de baan bleek al vanaf
het begin niet rendabel te zijn; er werd
ongeveer 600.- aan startgeld betaald;
het aantal bezoekers was echter niet vol
doende om deze kosten te dekken. Hoewel
er in het begin van de tweede wereldoorlog
nog wel wedstrijden werden gereden, werd
er door de eigenaren in 1941 besloten de
baan te sluiten en te verkopen. De Leeu
warder bevolking was toen al begonnen
met het slopen van de baan, om aan goed
kope brandstof te komen. In 1941 werd
het hout van de baan per schip naar Soest
gebracht, waar het waarschijnlijk door de
Duitse bezetter in beslag is genomen.