REHiEMiniC «oo.
24
HORLOGES PENDULES
KLOKKEN - WEKKERS
GOUD-S. ZILVERWERKEN
Ie KLAS
REPARATIE-INRICHTING
TELEFOON INTÊRC. 5603
POSTREKENING 219265
ONDER R'.JKSTOEZiCHT GEDIPLOMEERD HORLOGEMAKER.
VOORSTREEK 86 - t.o. NIEUWE8UREN - LEEUWARDEN
VOOR AAN LIED. GELEVERD
Drukwerk van de horlogemaker en juwelier Joh. Copini, gevestigd aan de Voorstreek, 1938
broer Antoon stonden achter in de zaal vol
nieuwsgierigheid. En ja hoor, daar stond de
jongen van Copini, alleen. Het orkest sloeg
aan en ik begon. Bij het einde een applaus
en hoera van belang. Ja, dat was een musi
cus, daar moest meer van komen. In de eer
ste plaats een beter instrument, dat spoedig
kwam en f.65,- kostte. Maar ook kwamen
er twee heren bij mijn ouders vragen of ik
hun zoons les wilde geven, viool en de ander
fluit. En ja, 's avonds zat ik in de salon, en
had telkens 30 cent verdiend.
Jaren later, Julius werkt inmiddels als
horlogemaker te Leeuwarden, zullen zijn
muzikale talenten hem nog heel goed van
pas komen:
Het zal in 1882 geweest zijn dat de kapel
meester de Jong in de Prinsentuin mij
vroeg om mijn medewerking te willen ver
lenen aan het Stedelijk Orkest. Het leverde
f 14,- per maand op en iets extra' s voor
concerten buiten de stad. Dit was dus al
drie tot vier gulden in de week, een aardige
basis om iets voor mezelf te beginnen.
In eerste instantie ziet het er niet naar
uit dat Julius Copini horlogemaker zal
worden. Op twaalfjarige leeftijd wordt hij
namelijk in de leer gedaan bij een schoen
maker. Daarnaast speelt hij ook dansmu
ziek in herbergen en geeft hij muziekles
sen aan kinderen van de Sneker elite. Na
verloop van tijd besluit Julius echter toch
te kiezen voor het horlogemakers-vak en
gaat in de leer bij zijn neef Jolke Bijholt.
Als hij zeventien is, vinden zijn ouders het
tijd dat hij een betrekking gaat zoeken
en Julius besluit in de voetsporen van zijn
LEEUWARDEN,JJ W 193cP
broer Antoon te treden en zijn geboortestad
te verlaten. Hij gaat naar Amsterdam, in
de hoop door een horlogemaker in dienst te
worden genomen. In Amsterdam heeft men
echter geen behoefte aan een leerjongen en
daarom trekt hij verder naar Haarlem.
Daar vindt hij zijn eerste patroon; het zou
echter niet zijn laatste zijn.
Inmiddels was in 1874 zijn vader overle
den en Julius verlangt terug te keren naar
Friesland. Hij gaat naar Leeuwarden en
komt in dienst bij G. de Looze. Hij vindt
een kosthuis bij de familie De Haan, die
op de Turfmarkt een winkeltje drijft in
garen en band. Na verloop van tijd begint
hij in deze woning op bescheiden wijze
een eigen zaak. In 1878, hij was het jaar
ervoor in het huwelijk getreden met Clara,
de dochter van de familie De Haan, gaat
Julius een compagnonschap aan met Klaas
Kleiterp. Omdat de wijze van samenwer
ken echter niet voldoet, wordt besloten dat
Julius tegen uurloon bij Kleiterp in dienst
zal komen. Vier jaar later in 1882, begint
Julius opnieuw voor zichzelf en huurt een
winkel in de Poststraat. De zaken gaan
goed en de klantenkring breidt zich gestaag
uit. In 1898 wordt pand 334 (nu: nr. 86) op
de Voor streek gekocht voor de prijs van
5200,-. Hier, maar ook op andere plaatsen,
zoals onder andere op de Nieuwestad, in de
Prins Hendrikstraat, het Winkelcentrum
Zaailand en Bilgaard zullen nog generaties
Copini het horlogemakersvak uitoefenen.
Bron:
J.W.M. Kors en M.J.G. Kors in Jaarboek van het
Centraal Bureau voor Genealogie en het Icono
grafisch Bureau, nummer 48,(1994) 214-237
Voorstreek 86, 1955