22
Atelier van de firma Ibelings rond 1910. Van links naar rechts: Van der Veen, Post/na, Oost, Stel
ling, Van der Roest, Scheffer en Schuurhof (collectie Van der Roest)
humoristische situaties. In de familie
doen daarover nog steeds verhalen de
ronde, zoals het volgende:
Moeder was boodschappen doen en vader
moest dus ook op de winkel letten. Er komt
een man binnen en hij vraagt naar een oer-
stroeper. Vader denkt het verkeerd te ver
staan en vraagt nog eens wat de klant wil.
De man herhaalt zijn boodschap waarop
vader antwoordt: die verkoop ik niet.De
man kijkt hem vreemd aan en verlaat de
zaak. Als moeder thuiskomt en het verhaal
hoort, lacht ze en zegt dat er genoeg in de
winkel liggen: overhemden!
De concurrentie was groot met het gevolg
dat wij als kinderen niet mochten omgaan
met kinderen van andere kleermakers,
Pietersma op het Vliet en Hengst in de
Bote van Bolswertstraat. Ook moesten wij
er goed opletten dat we alleen kochten bij
mensen die ook bij ons klant waren.
Organiseren als hobby
Naast het kleermakersvak had vader een
grote hobby; iets organiseren. Hij was
aktief in de Vlietster buurtvereniging Lyts
Begjin als voorzitter, in de speeltuinvereni
ging Insulinde, waaruit later de Lunato-
kermis voortkwam, in de toneelvereniging
de Oosthoek en in de winkeliersvereniging
met dezelfde naam. Verder was hij betrok
ken bij de 1-2-3- kerkbouwactie, bij de
opzet van het dierenasiel en vooral bij de
demping van het Vliet.
Vader had op verzoek van zijn vriend
Lodewijk Meeter de blauwe kampioens
wimpel voor het skütsjesilen gemaakt.
Vele jaren later werden vader en moeder
geïnterviewd voor het televisie-program
ma De VARA feliciteert. Ik heb toen die
kampioenswimpel opgehaald en voor deze
wimpel vond het interview plaats.
Nadat vader in de zestiger jaren een
hersenbloeding had gehad, werd de win
kel gesloten en verhuurd als opslagruim
te. Aanvankelijk bleven mijn ouders er
wonen, maar na een stop in de Populier
straat, eindigden ze hun leven in Eras-
mushiem. Hendrik van der Roest was één
van de laatste echte maatkleermakers.
Het telefoonboek vermeldt er geen meer
in Leeuwarden. In één ding heb ik mijn
vader zeker teleurgesteld: ik heb nooit de
behoefte gevoeld kleermaker te worden.
Een winters verhaal
Mijn vader groeide met twee broers rond
1920 op in het Leeuwarder Old Burger
Weeshuis. Tijdens bijeenkomsten van
'potbroers' en 'potzusters' werden veel ver
halen verteld, waarvan er hier één volgt.
Het is winter en zoals wel vaker gebeurde,
de binnenplaats van het weeshuis werd
onder water gezet. De wezen konden naar
hartelust schaatsen zonder veel controle
van de begeleiders.
De kleermakerswinkel aa?i het Noordvliet 419 (collectie Vati der Roest)
Leovdic^ la. It