Slaapt gerust!
Goeden Nacht!
Aan onze stadgenooten
Slaapt gerust, gerust, gerust,
Geliefde Stadgenooten!
Slaapt gerust, gerust, gerust,
Wij waken hier met lust.
Wij doen patrouilles en doen ronden,
En blijven waakzaam in den nacht,
En zoo er iemand wordt gevonden
Op heeterdaad of sterk verdacht
Dan is er geen bekwamer
Als onze Burgerwacht:
Wij hebben hier een Kamer
Daar wordt hij in gebragt.
Slaapt gerust enz.
Wilt toch voor ons geen vreeze voeden:
Wij hebben 't waarlijk hier niet
kwaad:
Ja, kon men zóó het land behoeden
Dan werd vast iedereen soldaat.
Wij drinken chocolade
Of heeten wijn of pons;
En wie zijn boter brade,
't Is ook niet kwaad bij ons!
Slaapt gerust enz.
Late wie wil den moed verliezen,
Wij vinden daarbij nog geen baat;
Want met te zuchten of te kniezen
Redt men voorzeker nooit een Staat.
Maar als men al zijn zaken
Met vrolijkheid verrigt,
Dan worden alle taken
En alle lasten ligt.
Slaapt gerust enz
28
De Provinciale Bibliotheek Fryslan bezit
een bundeltje met Liederen voor onze schut
ters en rustbewaarders. De auteur is een
'sergeant bij de vrijwillige schutterij (rust
bewaarders) te Leeuwarden'. Een verdere
naamsaanduiding ontbreekt. Uitgever van
het kleine werkje -acht bij vijftien centime
ter- was de bekende Leeu-warder boekhan
delaar en drukker G.T.N. Suringar.
Het boekje verscheen in 1831 wat geen
toeval zal zijn. In augustus van dat jaar
had de Tiendaagse Veldtocht plaats. Een
Nederlands leger bestaande uit soldaten
en vrijwilligers vertrok naar België dat zich
van Nederland had afgescheiden. In Lied
voor uittrekkende Friezen doet de dichter de
oproep: 'Mannen, Knapen! Op, te wapen!
Naar 't onrustig Zuiden,
Ondanks deze oproep hoefden de Leeu
warders niet bang te zijn dat er niet over
hen gewaakt werd, getuige het onderstaan
de lied dat gezongen moest worden op de
wijs van C'est I' amour.
De vaandeldrager van het bataljon Friesche Schutters
Leovdfc^ la. It