25 De beide kemphanen in het gretisgeschil: de Leeuwarder burgemeester Jhr. Mr. J.M. van Beyma (links) en zijn ambtsgenoot uit Leeu- warderadeel J.G. Jansonius De boerderij van Hellinga aan de Lekkumerweg, rond 1915. vrij van erfdienstbaarheid, zodat Visser zich zelf 'een uitweg moest verschaffen aan de kunstweg'. Verder moest Visser zorgen voor een betere afsluiting dan het gammele hekje dat hij had geplaatst op de grens met de weilanden. Er moest een vast stek komen. Op het verkochte mocht nimmer een pluimveehouderij of fokke rij worden uitgeoefend of gehouden. Ten behoeve van de waterbeheersing werd het land bemalen door een molen. De 'aandelen in de molen' die bij het verkochte perceel behoorden, bleven in handen van Hellinga, terwijl Visser wegens bemaling door de molen werd belast met een jaarlijks maal- geld ten bedrage van twee gulden. Visser droeg er verder zorg voor dat de afwatering van zijn perceel kon plaats vinden langs de landsloten die liepen naar die molen. Pieter Visser gaf een tweetal bekende Leeuwarder architecten de opdracht een ontwerp te maken voor zijn woning: het architectenbureau Gros en Heidoorn, gevestigd aan de Emmakade. De bouwver gunning werd aangevraagd in mei 1927 en voorzien van de omschrijving van het bouw plan. Zo werden de buitenmuren opgetrok ken uit eerste soort bonte rode Friese steen en werd er voorzien in de behoefte aan drink- en werkwater door middel van een (nog steeds aanwezige) betonnen regenwa terbak van 6000 liter. En dit alles tegen een begrotingssom van fl. 7100. De verbinding van het erf met de Lek kumerweg bestond uit een bruggetje over de sloot. Nog steeds ben ik op zoek naar een foto van die situatie. Een aantal jaren bleef het huis de enige bebouwing in deze straat. Na het overlijden van meester Visser in 1936 werd de woning verhuurd aan de bouwer ervan, aannemer Harmen Visser, die deze vervolgens in 1949 kocht. In 1954 kwam het pand in eigendom van Sjoerd Steensma, de directeur van de con- fijtenfabriek aan de Huizumerlaan. Deze woonde er ruim dertig jaar. Onzichtbare grenzen dwars door straten In de beginjaren dertig werd aan de oost zijde van de Nieuwe Lekkumerweg een aantal woningen gebouwd tussen onze woning en de Azaleastraat, die deels toen ook Lekkumerweg heette. Deze bouw ging, bijna letterlijk, niet zonder slag of stoot. Om te begrijpen waarover het con flict nu eigenlijk ging, moeten we terug blikken op de grenzen in die tijd tussen de gemeenten Leeuwarden en Leeuwar- deradeel. Zowel in het zuiden als in het noorden van de stad lag Leeuwarden ingeklemd tussen de buurgemeente, dat aanvankelijk vooral pijnlijk werd in het zuiden, omdat men aan de zuidzijde van het spoor naar Groningen en Harlingen bijna meteen op het grondgebied van Leeuwarderadeel zat. Alleen de in 1915 aangelegde Hollanderwijk lag nog net op Leeuwarder grondgebied. De gemeente grens volgde voor een groot deel de oevers van de Potmarge, maar ongeveer bij de Schrans boog ze naar het zuiden, waar ze bleef toen voor het gebied ten westen van de Schrans een uitbreidingsplan kwam, zowel van Leeuwarderadeel (1903 en her zien 1911) als van Leeuwarden (1920, vastgesteld in 1931 en aangepast in 1935.) Het was vervelend voor onze stad dat het uitbreidingsgebied zich onttrok aan de bevoegdheden van het gemeentebestuur en dus nooit kon worden uitgevoerd. Het zal duidelijk zijn dat Leeuwarden verre van gelukkig was met het uitbreidings plan van de buurgemeente zo direct tegen de eigen stad aan. De gemeentegrens zou moeten worden aangepast en bij herhaling werd er bij Gedeputeerde Staten op aan gedrongen een wijziging ten gunste van onze stad aan te brengen, iets waartegen Leeuwarderadeel zich met succes verzette en dus doorging met het volbouwen van het geplande uitbreidingsgebied. Hierdoor liep de onzichtbare grens soms dwars door straten heen. De verhouding tussen beide gemeenten was behoorlijk vertroebeld, waardoor verklaard kan worden waarom het in 1933 kon escaleren tot een officieel grensconflict aan de Lekkumerweg. Berlijnse muur in Leeuwarden 'De toestand die hier ontstond doet den ken aan de Berlijnse muur', schrijft Kei- kes in Och heden, ja, zo was Leeuwarden, 'compleet met waarschuwingsborden en politiebewaking'. Er lag een conflict aan ten grondslag met bouwonderneming Kolk. Deze firma had toestemming gekre gen voor de bouw van enkele woningen onder bepaalde voorwaarden. Volgens de gemeente Leeuwarden hield men zich daar niet aan en dus wilde men de bouw stilleggen. De bejaarde mevrouw Visser, de bewoonster van Verzetsstraat 48, was zeer verbaasd dat er op een ochtend iemand van de gasfabriek kwam aanzeggen dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2003 | | pagina 28