Lcovor^ ca»; 26 Deze poort naar de achtergelegen smederij is er nog Jan gaat naar de kapper ergens op de Voorstreek. Het paard en ik, op een pijp geparkeerd, wachten tot hij terugkomt. Verkeer is er niet, het is stil. Het lijkt op een ansichtkaart uit 1930 die ik nu wel eens in een fotoboek tegenkom. Nummer 23 is de grossierderij in bier en frisdranken van de familie Faber. Deze levert het zo populaire Van Vollenhove-bier. Dit bier drink ik er niet, maar wel mijn eerste gazeuse uit een kogelflesje. Dat zijn flesjes die sluiten via een glazen kogeltje. Een sluiting die na de komst van de kroonkurk is verdwenen. Tijdens de oorlogsjaren heeft het gezin naast zakelijke ook persoonlijke proble men gekend omdat mevrouw Faber van Duitse afkomst is. Als laatste van het rijtje bodders (zwoegers), de smederij van Henk van Eldik op nummer 21. De naam Smederij staat nog immer aan de ingang van de steeg waarin aan het eind de smid se lag. Inderdaad met vuur, blaasbalg en de smid achter het aambeeld, later samen met zoon Jaap. Deze zette de zaak voort, maar is in het begin van de jaren negentig overleden. Wat rest is stilte. Het geluid en de geur zijn met het vuur in rook opgegaan. En het ploeteren voor een De Bleeklaan in 1973. Rechts de sigarenwinkel op de hoek van het Cambuursterpad, verzamelpunt voor voetballiefhebbers 'bitsje senten' is met de tijd verdwenen. Terwijl het vervoer bij Postma soms met de bakfiets gaat, heeft Van Eldik twee handkarren. Ze staan keurig onderhou den geparkeerd in de steeg en worden gebruikt voor het vervoer van de produk- ten door de stad. Het geeft een indruk van het verkeer van direkt na de oorlog. Even later zit ik met een kladblok op de knieën langs de Groningerstraatweg en noteer de kentekens van de weinige auto's die de stad in of uit rijden. Aan die letters en nummers zijn immers de pro vincies te herkennen waar ze thuishoren. De kunst is 'gasten van verre' te traceren. B staat voor Friesland, mijn opa heeft de B-454. Er is ZH en G, maar hier schiet mijn geheugen toch te kort. Is er iemand die ze nog kent van alle provincies? Het familiebedrijf van Van Eldik is het laatste bedrijf aan het trottoir dat enkele jaren mijn speelterrein is geweest tussen Cam buursterpad en Paardestraat. Wel dient nog vermeld het hoekhuis op nummer 19. Hier woont De Vries, gerant van hotel de Kroon. Een heer op en van stand en een waardige afsluiter voor dit deel van leven dig Leeuwarden. Een doorstart? Het ziet er naar uit dat, na jarenlang verval, wordt gewerkt aan een herstel. Schoonmaakbedrijf Barendsma heeft zijn hele hebben en houden verplaatst van de Groningerstraatweg naar de loodsen van voorheen Postma en Zonen. De eigenaar woont met zijn jonge gezin bovenin het pand, en een aanzienlijke verbouwing geeft aan dat het een keuze is voor meer dere jaren. In de vroegere grossierderij is eveneens een bloeiend bedrijf gevestigd zoals de neonletters zeggen: Landscape studio's, een reklame- en ontwerpbu reau. En er bestaan plannen voor het hernieuwd gebruik van het winkelpand op nummer 27. Een Renaissance? Wie volgt? Want de opschriften op de muur van de haringinleggerij en van de ijsfa briek zijn verdwenen, de deuren gesloten en de werkplaatsen leeg. De indrukken van nu verschillen nog steeds met die van vroeger toen er drukte en levendigheid heersten. Die indrukken legde een kleu ter, als waarmerk van de wereld, vast in zijn geheugen. Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven. Met dank aan Marten Bouma Jr.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 29