Verboden Haarlems bier leidt tot oproer
22
J. A. Mulder Op 21 januari 1435 sloten het stadsbestuur van Leeuwarden enerzijds en de pas
toor en deken van Oldehove en Pieter van Cammingha anderzijds twee verdragen.
Die maakten een einde aan een lang proces waarin Leeuwarden een onafhankelijk
bestuur en een eigen rechtspraak had verworven. Van deze nieuwe verworven
heden maakte de stad goed gebruik door te streven naar een monopoliepositie
van haar ambachtslieden en haar marktfunctie ten opzichte van het omringende
platteland.
Het ging daarbij vooral om de concurren
tie van de steden Dokkum, Franeker en
Sneek in te dammen. Dit gelukte maar
ten dele. Het verzet uit Westergo (Sneek
en Franeker) was het meest weerbarstig
en in Oostergo wist Dokkum haar posi
tie in noordoost Friesland goed te hand
haven. Uiteindelijk wist Leeuwarden een
soort van economische hegemonie te vesti
gen in het noorden, zuiden en midden van
Oostergo. Dat proces was niet zonder slag
of stoot verlopen. Het Leeuwarder streven
wekte behoorlijk veel irritatie met name
in Westergo, waarbij het verschil tussen
de Schieringse en Vetkoperse partijen een
belangrijke rol speelde.
In 1482 was er enige verbetering geko
men doordat de Vetkopersgezinde steden
Leeuwarden en Bolsward voor een peri
ode van vier achtereenvolgende jaren een
soort vrijhandelsverdrag hadden geslo
ten met de Schieringse steden Sneek en
Sloten. Daarin werd bepaald: 'sullen wy
eendrachtelik holden, elckor der anderen
ende mitmalcanderen frij te copen, ende
to vercopen, ende to reijsen, frij ende
feijlich'. Ieder mocht dus met zijn eigen
producten in elke stad vrij handel drijven
en de veiligheid op de wegen werd ver
zekerd. De termijn van vier jaar was ech
ter nauwelijks verlopen of Leeuwarden
verbood om 'uitlandsch' bier in de stad te
tappen en te gebruiken. Dit betekende dat
het in die dagen zeer gewaardeerde Haar
lems bier, dat uit duinwater gebrouwen
zuiverder en gezonder was, dan het soms
uit brak water in Leeuwarden gebrou
wen bier, niet meer ingevoerd en getapt
mocht worden. Dit wekte veel wrevel op,
vooral in Westergo waar men gebelgd was
over het feit dat Leeuwarden het verdrag
van 1482 weigerde te verlengen.
Op een kwade dag, de dag voor Sint
Jacob (25 juli) eiste een aantal boeren
in de stad Haarlems bier, dat hun klaar
blijkelijk ook werd geschonken. Onwille
keurig gaan hierbij de gedachten uit naar
een welbewuste provocatie. Te denken
valt aan een actie van een paar zogenoem
de 'ruters' in dienst van in dit geval een
Schieringer hoofdeling.
Het Camminghahuis, beter bekend, als Amelandshuis. In 1869 werd het afgebroken en vervangen
door een nieuw gebouw, dat afbrandde. Nu is hier de schoen- en kledingwinkel Bristol gevestigd