13 Het oog van Albrecht viel op het riante Burmaniahuis. Na inspectie van dit gebouw kreeg de levensverzekerings maatschappij Algemeene Friesche de aanzegging dat ze het oude gedeelte aan de Nieuwestad moesten ontruimen en zich terugtrekken in de nieuwbouw. Alle verbindingen tussen beide gedeelten wer den dichtgemetseld en voortaan mocht de voordeur alleen nog maar door de Duit sers gebruikt worden. Mr. P.S. Kars, juri disch adviseur van de Algemeene Friesche, vertelde dit nieuws aan een collega-jurist, die toen onder de deknaam Fetse de Jong de leiding had over de Friese LO (Lande lijke organisatie voor onderduikers). Deze dacht meteen aan de al vele malen geuite wens, de Duitse politie in eigen huis af te kunnen luisteren. Zou er nu eindelijk een kans komen dit te verwezenlijken? Fetse de Jong bracht Piet Kramer, toen gewestelijk sabotageleider, op de hoogte van het nieuws. Deze onverschrokken verzetsman overwoog verschillende dras tische mogelijkheden: van ondermijning Het echtpaar Carel en Hieke Wielenga- Ypma- 'in de oorlogsjaren op bezoek bij mijn grootvader ds. C.J. Wielenga te Zaandam' gefotografeerd voor de ingang van de pastorie Collectie Wielenga van het gebouw tot het aanbrengen van springstoffen. Maar het meest voelde hij toch voor het aanbrengen van microfoons en het afluisteren van de telefoonverbin dingen. Die kans moest eerst onderzocht worden. Tegenslagen Het hoofd van de sectie inlichtingen, Eppie Bultsma, kreeg opdracht na te gaan welke afluistermogelijkheden er waren. Met zijn bekende voortvarendheid ging Eppie met een aan de slag. Hij nam het Burmania huis nauwkeurig op, voerde besprekingen met Jan en Theo van de telefoondienst en kwam met een uitvoeringsplan. Hij wil de enkele microfoons achter het behang plaatsen dat toch vervangen moest wor den. Dank zij spontane medewerking van radiozaken als Vaartjes en Hofenk lukte het deze microfoons in de wacht te slepen. Verder zouden er telefoonlijnen afgeluis terd worden. Er kwamen echter tegenslagen. Het was uiteraard de bedoeling de microfoons aan te brengen voordat de Duitsers hun nieuwe kantoor zouden betrekken. Maar net toen de mannen van de PTT met hun gevaarlijke werk wilden beginnen, trok ken de beulen al in hun nieuwe vestiging. Zij wilden niet wachten tot de verbouwing achter de rug was. Als het dan overdag niet kon, dan moest het maar 's nachts gebeuren. Twee andere PTT-ers, Jouke en Steven, werden van de plannen op de hoogte gebracht. Zij wer den speciaal belast met het aanbrengen van de huistelefoons in het SD-bolwerk. Piet Kramer stelde enkele leden van de sabotageploeg ter beschikking. Deze zou den de mannen beschermen bij hun nach telijke operatie. Maar ook dit plan moest worden opgegeven: het bleek namelijk dat in het Burmaniahuis meteen al een nachtwacht van drie man was geplaatst. Daarmee verviel dus het hele plan. Maar alles zo maar opgeven, daar waren deze felle verzetsmensen niet voor te vinden. Koortsachtig werd gezocht naar nieuwe mogelijkheden, maar niets kon onderno men worden, of de PTT-ers moesten in het gebouw zelf opereren. En ziedaar, onver wachts gaven de Duitsers zelf een nieu we kans: zij wilden een en ander aan het interne telefoonsysteem veranderd hebben en gaven de PTT opdracht dit ten spoedig ste uit te voeren. Hierbij bleek, dat de SD zelf geen verstand van techniek had. Het was op het Burmaniahuis ook een ingewikkelde situatie: de Algemeene Frie sche en de Duitsers moesten van dezelfde telefooncentrale gebruik maken en deze kwam uiteraard onder Duitse controle te staan. Maar zij ontdekten niet, dat op de kamer van de directeur al een afluister- toestel was aangebracht. De PTT bracht hen daarvan uiteraard ook niet op de hoogte. De directeur heeft het toestel in al die weken ook niet gebruikt. Onder het oog van de vijand Toen de ambtenaren van de PTT opdracht kregen om veranderingen aan te brengen in het telefoonsysteem, staken de mannen van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) opnieuw de koppen bij elkaar. Konden ze nu eindelijk iets doen? Jouke en Ste ven zagen wel een kans. Wellicht zou het mogelijk zijn microfoons aan te brengen in de telefoontoestellen! Een eenvoudige klus was dit niet. Na lang nadenken was Steven ervan overtuigd, dat de microfoons in de alarmschellen verborgen moesten worden. Daarvan waren er twee in elk toe stel. Zij leken het meest op de bovenkant van een fietsbel en wanneer het betreffen de nummer werd gebeld, sloeg daar zoiets als een hamertje op. Steven nam de ene bel eruit en nam die mee naar huis. Daar boorde hij er een gaatje in, monteerde toen een microfoontje aan de binnenkant en haalde het draadje erdoor. Met dit apparaatje in zijn tas ging hij de volgende dag weer naar het Burmaniahuis. Aan de ene kant van het bureau zat een SD-'er met het toestel vlak voor zijn neus. Steven nam met kloppend hart het toestel op, zette het op de grond en daar ter plekke, op nauwelijks twee meter afstand van de mof, zette hij het toestel onder hoogspan ning, of liever gezegd onder hoge span ning, de 'bel' weer in het toestel. Daarna verbond hij de loshangende draad met de ongebruikte draden in de telefoonkabel. Dat deed hij drie maal. Gelukkig ging het in alle drie gevallen goed. Kennelijk had den de Duitsers geen flauw vermoeden, dat een illegale werker zo brutaal kon zijn om letterlijk onder hun ogen op de grofste wijze sabotage te plegen. Maar dat kon Steven natuurlijk niet weten. Die wist alleen maar dat, indien de snode plannen

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2005 | | pagina 15