Leeuwarden: Sodom en Gomorra
Leova.'c^LA.It
1
Beam Bilker Een geliefd thema van de vermaarde dominee Johannes Hendrikus Zelle was
de verderfelijkheid die eens in Sodom en Gomorra heerste. Dat in zijn tijd Sodom
en Gomorra voor Leeuwarden ingeruild kon worden, kostte Zelle geen enkele
moeite, sterker nog: in praktisch elke preek werd de kerkganger Leeuwarden als
afschrikwekkend voorbeeld voorgehouden. En toch woonde Zelle, die van 1907 tot
1983 leefde, bijna zijn hele leven in deze stad, die hij kennelijk niet de rug wilde
toekeren. Wellicht dat hij gedacht moet hebben, dat zolang er nog enkele recht
vaardigden in deze stad woonden, de stad behouden kon blijven!
Mijn eerste kennismaking met dominee
Zelle was in Wijnaldum. Tot mijn dertien
de woonde ik in Sexbierum en zondags
werden we 's morgens met andere kinde
ren uit het dorp naar "het gereformeerde
lokaal' te Wijnaldum gebracht. Daar kon
den de weinige kerkgangers dan toch
naar het eigen dorp om de preek te beluis
teren. Maar kinderen uit Sexbierum
moesten het zaaltje wat vullen en na
afloop hadden wij daar dan zondags
school. De meest bijzondere dominees
gingen voor: kandidaten die het preken
nog moesten leren, ouderlingen die voor
het eerst een leesdienst hielden en domi
nees die het puur van het preken moesten
hebben, zoals dominee Zelle uit Leeuwar
den. Die kwam daar menigmaal. Op jonge
kinderen maakte niet alleen de persoon
Zelle, maar ook zijn preken een enorme
indruk. Zelle was in velerlei opzicht een
singulier man. De kerkdienst begon ook
wel eens later op de ochtend, omdat hij
dan eerst ergens in de buurt had
gepreekt. Zo zaten wij als kinderen opge
pakt achter in de auto van de plaatselijke
winkelier en Zelle zat voorin, want dan
hadden we dominee opgehaald uit een
naburig dorp. Spraakzaam was hij niet,
een afgedwongen ja of nee was meestal
het antwoord. Wat wij als kinderen goed
in de gaten hielden, waren zijn snoepjes.
Hij stak het één na het ander keelsnoepje
in zijn mond, om zijn stem kracht bij te
zetten. De snoepjes werden niet helemaal
opgegeten, hij haalde ze uit de mond en
gooide ze achteloos over zijn schouder
naar de achterbank waar wij ze moesten
Dominee Johannes Hendrikus Zelle (1907-1983) met (onbekende) verloofde
zien te ontwijken. Ik weet nog dat het
kleine groene snoepjes waren! Het lokaal
in Wijnaldum was helemaal vol, normaal
konden wij op de stoelen plaats nemen,
maar als Zelle preekte, wisten wij al dat
we op ongemakkelijke bankjes zonder
leuning moesten zitten en dan nog wel
pal naast de preekstoel. Dus de zwarte
dominee stond recht boven ons te preken.
Elke keer trilden wij van ontzag en wij
waren stil als muisjes, want dit was in
onze ogen de enige echte dominee. En hij
kwam ook nog uit Leeuwarden.
De preek over Sodom en Gomorra
maakte diepe indruk op ons. Immers, op
die bloedhete zondag was het zo warm,
ook in het lokaal, dat dominee zelf in een
wit overhemd preekte. Het zweet gutste
langs zijn gezicht. Wij hadden het ook erg
warm, maar we zaten braaf te luisteren
naar wat komen ging. Dominee kon mooi
preken, je wist waar je aan toe was,