Hoe verging het de zusters Peppingh?
5
George Schepperle In Leovardia 17 van juni 2005 staat een artikel over Geertruyt Zichelhoorn; daarin
komen de zusters Peppingh voor. Zij werden door buurtgenoten beschuldigd van
oneerbaar gedrag, dat echter niet ongestraft bleef, zoals blijkt uit onderstaande
fragmentarische getuigenverklaringen.
knecht van Ale Clasen Brouwer en meer
andere; doch zij ontkent dat zij ooit
enig ontuchtig huis gehouden heeft, veel
minder dat zij haer selve daartoe soude
hebben laten gebruycken. Tussen ver
leden zaterdag en zondag hebben Sixtus
Clock, Petrus van Denemarcken, Jan
Floris zoon van een piepbacker, Douwe
Danser en twee soldaten van de guarde
hoerenliedjes gezongen.
Catharina Peppingh geboortig van Gro
ningen old 18 jaer heeft sedert christtijd
van verleden jaar 1703 bij de cere
moniemeester van Haer Hooghheid de
Princesse Douairière van Nassau als
dienstmaeght gewoond, is voor omtrent
9 weken bij haar zuster in de Kleine
Kerkstraat in komen wonen. Zij bekent dat
bij late avond en in de nacht verscheidene
manspersonen aan haar zusters huis kwa
men om jenever te drinken en tabak te
roken hetgeen dikwijls tot in de morgen
stond duurde. Zij ontkent dat er ooit enige
vrouwspersonen zijn geweest of ontucht
bij haar gepleegd is hoewel zij daertoe van
de presente manspersonen meermalen met
aenbiedinge van geld is versocht geworden.
Elisabeth Maria Peppingh tot Groningen
trouwde te Leeuwarden op donderdag
avond 18 januari 1703 in de Galileër Kerk
Jan van Keulen meester kabinetwerker
van Leeuwarden. Zij hertrouwde te Leeu
warden op 16 december 1703 Jacob Wasse,
soldaat onder de compagnie van de capi-
tain Pielacq. Zij komen ook voor in het
trouwboek van de Jansenisten. Blijkbaar
was Jacobus Wazé (Versé) lid van de
Jansenistenkerk, De betoonde onschuld
van beide zusters mocht niet baten: Lijs-
beth Peppingh werd op 2 september 1703
van 5 tot 6 uijren op de kaeck gesteld en
voorts uyt de stadt geleydt.
Leova.'c^tA.lt
Het Leeuwarder Stadhuis met rechts de kaak alwaar Lijsbeth Peppingh op 2 september
1703 te pronk werd gesteld, tekening uit 1742 van Cornelis Pronk
Op 1 september 1704 zijn beide zusters
op den raadhuise gedetineerd. Lijsbeth
Peppingh, huisvrouw van Jacobus Versé,
soldaat, geboortig van Groningen is verle
den mei voor 5 jaar vandaar gekomen en
heeft een jaar bij de heer Eringa tot Gou-
tum als 'werckmeijdt' gewoond. Daarna in
de Schrans met speldewerken omtrent
2 jaar lang haar erneert hebbende voor
ruijm 2 jaar in deze stad in de Grote
Hoogstraat, Speelmansstraat en sedert
mei laatstleden in de Kleine Kerkstraat
en omtrent Kristtijd van verleden jaar
in de echte staat begeven. Sedert verleden
mei zijn bij late avond enige mans
personen bij haar aan huis gekomen
onder andere de procureur Sixtus Clock,
Wijnholt le Clercq alias Swijn Wijnholt, de