Schoolvriendschappen
7
Willem Keuning Het voorlaatste nummer van Leovardia opende met een interessante bijdrage van
Johannes Faber over het Mariahof. Tegen mijn verwachting in, riep het artikel
bij mij, vooroorlogse bewoner, nauwelijks beelden op: mogelijk was de bevolkings
samenstelling intussen sterk gewijzigd, zeker zullen de oorlogsomstandigheden de
onderlinge verhoudingen hebben beïnvloed. Bij het lezen en herlezen van Kees
Siccama's aardige verhaal over de Bleeklaan in Leovardia 14 kwamen er wel herin
neringen boven aan die hoek van de stad, zij het ook uit een wat oudere periode,
de jaren 1929-'33.
Van mijn derde tot mijn dertiende jaar
woonde ik op het Mariahof 10. Mijn
ouders waren zevendedagadventisten en
dat betekende voor mij onder meer dat
ik 's zaterdags niet naar school hoefde.
De dichtstbijzijnde protestants-christe
lijke school was de W.C. van Munster-
school in de Leeuwerikstraat. Circa drie
jaar lang liep ik dat eind, vijf dagen in
de week, twee maal heen en weer, tot
er een nieuwe christelijke school gereed
kwam: de Koningin Emmaschool in de
Willem Sprengerstraat. Dat was dus een
heel stuk dichterbij. Hoofd van de school
was meester Offringa; ik begon daar in
de vierde klas, bij meester Vlieger. Mijn
klasgenoten waren bijna allemaal nieuw
voor mij, onder wie Jan Taekema (zoon
van een wisselloper, een inmiddels ver
dwenen beroep), Rom Kalma (later als
oratoriumzanger landelijk bekend gewor
den) en Dirk de Jong. De laatste was
een zoon van rijwielhandelaar De Jong,
Bleeklaan 5. Deze was tevens voorganger
van het Leger des Heils en hoofd van het
muziekcorps van het Leger, waarin ook
Dirk en zijn jongere broer Sjoerd hun par
tijtje meebliezen.
Met de broers De Jong en genoemde Jan
en Rom(ke) ontstond een vriendenclubje,
dat zich veelal ophield op het ruime trot
toir voor de winkel en werkplaats van De
Jong, tegenover het toenmalige wagen
plein van de karriders. Op de hoek van
de Bleeklaan stond hotel De Bleek, daar
naast, aan de Groningerstraatweg, was de
herenkapsalon van mijn neef Willem ter
Horst, die ook mijn pony nu en dan mocht
bijwerken. Naast het hotel waren er aan
de Bleeklaan twee garages met twee
bovenwoningen. In één daarvan woonde
mijn oom Sietze Keuning met vrouw en
vier dochters. Hij had een taxibedrijfje,
waarvan ik me de toen in gebruik zijnde
taxi herinner als een grote auto met de
handrem op de treeplank. Hotel en wonin
gen zijn eindjaren zeventig afgebroken en
vervangen door een (inmiddels nogal ver
waarloosd ogend) bedrijvengebouw.
De jonge Bataven
Wat de nieuwe vrienden betreft: van lie
verlee kwamen we tot oprichting van 'een
echte club' met als voornaamste doel het
aan de hand van een kaart van Friesland
per fiets opsporen van natuurgebieden.
Er moest ook een reglement komen, en
omdat de vader van Rom Kalma een
Koningin Emmaschool, Willem Sprengerstraat 77, architect Louw Reinalda, 1928
I KW*"
rwittf"1