Herinneringen aan de Willem Sprengerstraat (1936-1940) 8 Johannes Faber Nadat we vier jaren met plezier hadden gewoond aan de Nieuweburen in het oude centrum van Leeuwarden, met de drukte van de zaterdagse avondmarkt, moesten we, omdat het huurcontract daar werd opgezegd, op 14 mei 1936 verhuizen naar de Willem Sprengerstraat nummer 61. In die jaren was 12 mei nog de traditionele verhuisdatum, die parallel liep met de periode waarvoor de boerenarbeider des tijds werd aangenomen (van 12 mei tot 12 mei). "We', dat was het gezin Faber, vader, moeder, vijf zonen en twee dochters en van dit stel was ik met mijn acht jaren de jong ste, de benjamin. Aan deze nieuwe woonplek heb ik plezie rige, maar ook emotionele herinneringen, want het was juist hier dat mijn vader in 1939 overleed, nadat hij, wandelend op de Spanjaardslaan, een beroerte had gekre gen. Hij werd in bewusteloze toestand op de 'driewieler-brancard' door de politie thuis gebracht en overleed kort daarna. Nog altijd, als we eens langs nummer 61 wandelen, is dit de eerste herinnering die boven komt, maar daarnaast zijn er zeker ook nog goeie herinneringen aan de vier jaren in de Willem Sprengerstraat. Herrie op piston en trommel In onze periode was tegenover ons een kapperszaak gevestigd, bewoond door familie De Haan, met daarnaast meester Braaksma, hoofd van een lagere school, met dochter Hinke. Links daarvan woonde de familie Wagenaar, een grote huishou ding als gevolg van de inbreng van beide echtelieden uit vorige huwelijken. De namen van de kinderen, zoals ik die heb onthouden, waren Greta, Zus, Piet, Eekie, Jannie en Geesje. Op het hoekje van de Leliestraat woon de het echtpaar Van der Sleen, waarvan de man werkzaam was bij de Sociale Dienst. Naast ons woonde ook een familie De Haan, afkomstig van het Friese platte land en aan de andere kant de dames Braaksma (onderwijzeres) en Sap. Die kregen wat te verduren, want van ons gezin was een vijftal lid van de Jeugd Muziekvereniging Klein Maar Dapper (zie Leovardia 20) en allemaal moesten we onze nummers instuderen op de piston, bugel, blokfluit of trommel! We hebben geloof ik nimmer klachten gehoord, want zoveel mogelijk deden we het natuurlijk op nette tijden. Behalve dan bij de jaarwisse ling, want dan gingen mijn zuster en broer naar de bovenverdieping om voor het geo pende raam om twaalf uur de taptoe te blazen. Ons ouderlijk huis aan de Willem Sprenger straat 61 Collectie J. Faber Onze muziek was nog vaker bruikbaar in onze buurt. De speeltuinvereniging Jong Leven bestond al en bood naast de speel tuin nog meer mogelijkheden aan de jeugd, zoals bijvoorbeeld korfbal. Ook werd er een optocht door de buurt georga niseerd voor de kleinste jeugd, verkleed en wel. Aan mij, tamboer in onze familie, werd gevraagd om de optocht al tromme lend aan te voeren. Nou, dat vond ik toen een hele eer en ik was zo trots als een pauw, met tientallen kinderen achter mij aan. Het leek echt een beetje op de rattenvanger van Hameien. Luchtdoelafweer Een minder plezierige herinnering was trouwens de periode waarin we leefden: de oorlogsdreiging en de mobilisatie. Op het terrein van Jong Leven, aan het einde van de Goudenregenstraat, stond in die toch wat angstige periode de luchtdoelaf weer van het Nederlandse leger opgesteld, met daarbij enorm grote schijnwerpers, waar het luchtruim mee werd afgezocht naar ongewenste bezoekers. Je zou kunnen spreken over een niet zo welkome afwisse ling van het dagelijkse bestaan. Een leuke herinnering aan Jong Leven is zeker die aan de mondorgelclub. Wij bliezen op de welbekende Hohners uit het groene doosje en repeteerden in de loka len van school 8 aan de Eestraat. De muzikale leider van het orkest was de heer Huitema, die al viool spelend ons de melodieën bijbracht. De meeste indruk heeft toen Orpheus in de onderwereld op mij gemaakt. Opdat onze jeugd geniet 'Vakantieontspanning', daar moet ik het ook nog even over hebben: dat waren eigen- Le0Va.V3tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2006 | | pagina 10