23 Het drukke bestaan van een burgemeester Gerard Radijs werd in 1688 beëdigd als notaris. Hij trouwde op 24-jarige leeftijd met Jetske Hes, dochter van Jacob Han sen Hes, konstabel van het Friese regi ment, en Wytske Jans. Jetske was veer tien jaar ouder dan Gerard en eerder getrouwd geweest met Claes Taekens Bosma, bode der Staten. Uit dat huwelijk was een zoon, Taco geboren, later procu reur postulant, gehuwd met Lucia Cra mers. Taco had twee zonen, Nicolaus Ge rard, genoemd naar zijn grootvader Claes Nicolaes en naar zijn pleegvader Gerard Radijs, en Wilhelmus Bosma. Zelf bleef het huwelijk van Gerard en Jetske kin derloos. Gerard Radijs was lid van de vroed schap van 1711, toen hij Drogenham opvolgde, tot aan zijn overlijden, waarna hij werd opgevolgd door de hopman Ever- winus Wassenbergh. Van 1727 tot 1731 was hij burgemeester van Leeuwarden. Waar hield een burgemeester zich in die tijd mee bezig? In zijn ambtsperiode als burgemeester werkte Radijs geregeld samen met de bouwmeesters Martinus Faber en Julius Fopma. Dit driemanschap regelde 'de doorgravinge van het landt bij het vallaet met de heeren voogden van het Olde Weeshuys als eygenaers van 't selve, de uitbesteding van het metselwerk van 't vallaet buyten dese stadt aan de minst- biedende, het verpachten van de stads- gragt, de verkoop van de stads leykeerde (bagger) aan de meestbiedende'. Het driemanschap bepaalde ook de rangorde in de kerkbanken, waarbij ach tereenvolgens de rangen 1 tot en met 8 werden toebedeeld aan de ontvanger der boelgoederen en de stadsrentmeester, de voogden van het stadsweeshuis, de voog den van het werkhuis, de stadsmedicus, de eerste 'clerq ter secretarye', de stadsfïs- caal, de stadschirurgijns en tenslotte de tweede klerk ter secretarie. Daarnaast hield Radijs zich bezig met een huwelijks proclamatie die te snel na overlijden was afgekondigd: 'voordat de tijt van een halff jaar na de doodt van gemelde huisvrouw zal zijn verlopen'. Hij stelde een rapport op over zijn geschil met de stadssteen- sjouwer over de pilaren onder het nieuwe orgel, zond informatie over huisinbraak en diefstallen aan 'den Hove' en stelde de instructies op van de 'collecteurs der lan- teerngelden mitsgaders van de opstekers en vullers der lanteernen'. Ook regelde hij benoemingen, waaron der die van een 'deurwaghter van de Jaco- binerkerck' en de uitbetaling van de sol daten: 'de uytdeling aan de Guardes du Corps, guarde te voet en 't regiment Ruy- ters haare te goed hebbende logisgelden'. Soldaten waren in die tijd tegen betaling ingekwartierd bij particulieren. Tot zijn verantwoordelijkheid behoorde ook het aannemen tot burger van de stad Leeu warden, alsmede veroordelingen van neringdoenden, die de wet overtraden, 'de condemnatie eener backer' of van burgers: de detentie van Albert Cornells wegens mishandeling dagelijks zijn huisvrouw aangedaan. Na het overlijden van Faber en Fopma ontstond opnieuw een soort driemanschap van Radijs met de schepenen Sibrandus Steensma en Jan Tjemmes Wijngaarden. Zij regelden een slepend conflict met de voogden van het Sint Anthonygasthuis. Het geschil betrof 'het regt van haar Agt- bare' om arme personen in de Beijer te plaatsen. De Beijer was een opvanghuis dat verbonden was met het Sint Anthony gasthuis en dat 23 bedsteden tot haar beschikking had. De oplossing bestond daarin dat er drie bedsteden voor de bedienden zouden zijn, de 'Beyermoer en twee meyden', twee bedsteden zouden openblijven voor armen en noodlijdenden, negen tot 'dispositie van haar Achtbaare en negen tot dispositie van de vooghden'. Dit driemanschap stelde ook een ver nieuwde ordonnantie op, een instructie voor roggedragers, -meters en -storters. Radijs verkreeg 't collect der zijde en wol- Ie Laakenen' en toen de procureur Nico laus Gerard Bosma collecteur van de zijde en wollen lakenen werd, was Gerard Radijs 'tot borge voor goede administratie van het collect aangenomen'. Het hoofdgebouw van het Sint Anthony Gasthuis, met links daarvan de gasthuiskerk en de Beyer op de hoek van de Beyerstraat. Deze tekening van J. Bulthuis dateert uit 1790, zeven jaar nadat het oude gasthuis werd vertimmerd en met 12 kamers ingericht. Het gebouw van de Beyer deed toen alszodanig geen dienst meer, doch werd sinds 1777 gebruikt als stads armenschool Leova.'c^tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2006 | | pagina 25