Restaurant Kota Radja door brand verwoest 11 Jan Faber en Klaas Zandberg In de afgelopen oudejaarsnacht was het weer eens raak. Een deel van de histori sche binnenstad dreigde ten prooi te vallen aan de vlammen. Hoe vaak zal de inwo ners de schrik niet om het hart zijn geslagen als 's nachts in het pikkedonker de klokken van de Oldehove en de Nieuwe Toren onheilspellend begonnen te beieren: 'De hele stad was in gevaar!' Hadden de Leeuwarders hun stad in het verleden immers niet drie keer eerder (in 1392,1483 en 1511) voor een groot deel in de as gelegd zien worden? Met de geringe blusmiddelen die de Leeuwarders destijds ter beschikking stonden en de veelal riet- gedekte daken, was een stevige bries vaak al voldoende om het vuur te laten over slaan naar belendende percelen of naar de overzijde van de vaak smalle straatjes en stegen. Ook tijdens de grote Tuchthuis- brand in 1754 maakten ooggetuigen mel ding van een enorme vonkenregen die over de stad trok. Hoezeer het verlies van oude vertrouw de bebouwing in de historische binnen stad ook valt te betreuren, het is simpel weg niet te vermijden. Door de eeuwen heen hebben mensen hiermee moeten leven. Slechts gehoopt mag worden dat catastrofale branden zoals in de middel eeuwen Leeuwarden in de toekomst bespaard zullen blijven. Volledige zeker heid echter kan nimmer worden gegaran deerd. We hoeven in dit opzicht alleen maar het bombardement op Rotterdam in 1940 en de vuurwerkramp in Enschede in 2000 in ons collectieve geheugen op te roe pen. Voor een greep uit andere grote bran den in het recente en iets verdere verle den van de stad wordt hier verwezen naar de website Oud Leeuwarden van Dirk Swierstra. De panden van Kota Radja zullen als verloren moeten worden beschouwd en zullen na sloop en herbouw het Groot Schavernek waarschijnlijk een ander, moderner aanzien geven. Het Schavernek De eerste bebouwing aan het Schavernek zal zo'n 500 jaar geleden zijn neergezet. Volgens overbuurman (en amateur-histo ricus) Hans Jorna zijn de gevels van Kota Radja uit het begin van de 19e eeuw, maar zitten elders in het complex nog oudere elementen. De huizen hadden vroeger al een horecabestemming. In 1824 worden beide panden uitgebaat door kasteleins, respectievelijk Sterken- burg en Arzoni. Cornelis Witteveen begint in nummer 7 omstreeks 1845 een hotel. Het hotel bestaat bijna een eeuw onder de naam Hotel Elzinga. Nummer 5 krijgt een andere functie. Omstreeks 1900 zit er de huis-, rijtuig- en decoratieschilder Mun sterman; enkele jaren later Bijlstra's leder-, schoen- en fourniturenhandel. Bijl stra vergroot het pand in 1918, dat later eigendom is van een joodse handelaar en in de oorlog beheerd wordt door een 'ver walter'. De joodse handelaar is omgeko men en na de oorlog heeft de boekhouder de zaak overgenomen. Omstreeks 1950 is nummer 5 kantoor en nummer 7 een pakhuis met een boven woning van de familie Van Deinum. In 1957 wordt het eerste verbouwd tot meu belzaak Pretty Home. Deze vertrok in de jaren zestig naar een leegstaand café aan de Lange Marktstraat. De keuken van Kota Radja achter nummer 5 aan de Wol- vesteeg was in 1832 eigendom van stads architect Gerrit van de Wielen die zelf op nummer 11 woonde. Het Schavernek was overigens van oudsher een gebied van logementen en horeca. Al in de 17e eeuw is er sprake van prostitutie aan het Schavernek. Het was hier ook tot omstreeks 1850 een komen en gaan van trekschepen uit omliggende ste den. Ter plaatse van Groot Schavernek 9 stond destijds het Sneker Veerhuis. De eerste officiële Elfstedentocht werd in De voorzijde van een menukaart van chi- nees-indisch restaurant 'Kota Radja' uit het openingsjaar 1912 vanuit Hotel Weidema (Groot Scha vernek 9) georganiseerd. Kota Radja In 1965 vraagt de heer Hsu Hua Mei, woonachtig in Den Bosch, vergunning aan om het pand tot chinees-indisch restau rant te verbouwen. In 1971 wordt ook nummer 7 bij het restaurant getrokken (tot dan toe in gebruik bij Cramm motor onderdelen). Chinees-indisch restaurant Kota Radja opende op 5 februari 1966 officieel haar deuren in aanwezigheid van

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2007 | | pagina 13