16 Rodenhuis' laatste jaren De huurder vertelt dat hij na zijn vertrek uit Leeuwarden de Rodenhuizen nog driemaal opgezocht heeft. De eerste keer als hij zijn aanstaande vrouw aan de Rodenhuizen voorstelt. De jonge mensen krijgen de warme zegen op hun voorgeno men huwelijk. Daarna bezoekt hij ze nadat ze hun intrek in het Sint Anthony Gasthuis heb ben genomen, iets waarvoor ze hun hele leven hadden gespaard en naar hadden uitgekeken. Toch is het Lodewijk, gewend als hij is aan het vrije leven van werken in de buitenlucht en het levendige gezel schap van vrienden om hem heen, een gruwel. 'Levendig doad, meneer!' zegt hij, sprekend over hun kamertje in de Abbe- magang van het gasthuis. Lodewijk en de huurder maken een wandelingetje door de stad en staan even stil voor het oude huis in de Hoogstraat: 'der meneer,' zegt Lode wijk dan, 'der hewwe plezier had, der hew- we de gelukkigste tyd sleten.' Nog een keer gaat de huurder op bezoek. Die keer blijkt Gerritje te zijn overleden. Wellicht uit piëteit vertelt hij er niet bij dat ze overleed in Franeker, in het Gesticht voor Krankzinnigen waarheen ze op 8 juli 1899 was overgebracht. Nog geen jaar later, op 20 mei 1900, stierf ze. Na het overlijden van zijn koekeltsje verhuist Lodewijk gedwongen naar de 'Oude Berenafdeling' van het Sint Anthoon. Hij slijt er de dagen die trooste loos eentonig zijn en takelt af; wordt er 'stumperig en seurderig, gemelijk en ach terdochtig', zo staat in het boekje. Alleen en vergeten door zijn bierhuisvrienden overlijdt hij op 16 mei 1907. Er viel voor hem in zijn laatste jaren niets meer te lachen. De gelagkamer van het Oranje Bierhuis in februari 1909, toen Lodewijk al bijna 2 jaar was overleden en er al geruime tijd geen onder scheid meer werd gemaakt tussen een 'Eerste- en Tweede Kamer'. De herinnering aan deze kleurrijke stamgast moet op dat moment toch nog zeer levendig zijn geweest en de practical jokes die met hem zijn uitgehaald zullen nog regelmatig uit eerste hand aan de aanstormende generatie kroegtijgers in spé zijn overgeleverd

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2007 | | pagina 18