7
De kapitaalbehoefte neemt navenant toe
en het bedrijf groeit uit tot een flinke
onderneming.
Jan Talsma drijft de onderneming van
1953 tot en met 1976
In 1953 overlijdt Pier Jan Talsma plotse
ling en zijn enige zoon Jan Talsma krijgt
de leiding van een bedrijf met meer dan
100 personeelsleden. Elke doordeweekse
ochtend lost de 'klompentrein' een stroom
arbeiders uit Zwaagwesteinde en Veen-
wouden die zich op klompen al kleppe
rend naar de Casolith spoeden. De nieuwe
directeur staat voor een krachtproef, ook
al omdat het bedrijf gedwongen is nieuwe
wegen in te slaan. Nieuwe producten doen
in de twee decennia daarna hun intrede
zoals polyesterharsen (die onder meer in
de botenbouw gebruikt worden) en het
latere casocryl, dat als thermoplast bij
uitstek geschikt is voor het gebruik in
sanitair, meubels, ruiten, beschermkap-
pen, lichtkoepels en andere armaturen.
In januari 1968 wordt de directie uitge
breid met de econoom Henk Hofman. De
economie en de toenemende welvaart bie
den kansen op uitbreiding en groei, maar
directeur-eigenaar Jan Talsma innoveert
jarenlang te weinig in nieuwe producten
en blijft zich concentreren op de fabricage
van halffabrikaten. Hofman probeert
nieuwe wegen in te slaan, maar de pro
ductie van springplanken wordt geen suc
ces. Pogingen van Hofman om het kleine
Casolith te koppelen aan zijn belangrijk
ste grondstoffenleverancier, het chemie
concern Degussa, slagen evenmin. Jan
Talsma trekt zich ingaande 1970 terug als
directeur en wordt enig aandeelhouder en
gedelegeerd commissaris van Casolith.
Hij tuigt op zijn gegroeide bedrijf een klu
wen van BVs op. De eigenmachtige finan
ciële koers van Talsma botst in die jaren
steeds vaker met die van zijn directie en
met de belangen van zijn personeel. Een
jarenlange reeks van ruzies en rechterlij
ke geschillen volgt. De derde bedrijfsbe
zetting in het naoorlogse Nederland bij
Casolith haalt prominent de landelijke
pers en zelfs een commissie van wijze
mannen kan geen uitkomst meer bieden.
De rechter moet er aan te pas komen om
Jan Talsma te dwingen in december 1976
zijn gebouwen, terreinen en aandelen te
verkopen.
De laatste drie decennia
De Noordelijke Ontwikkelings Maat
schappij NOM zet het bedrijf langzamer
hand weer op poten. Het personeel heeft
er vertrouwen in en in 1986 nemen 21
medewerkers, verenigd in de stichting
Casolith, 49% van het gestorte aandelen
kapitaal over van de NOM. Deze optimis
ten worden rijkelijk beloond, maar het
loopt wel even anders dan iedereen denkt.
In juli 1987 wordt Casolith overgeno
men door de dochter van een Franse che-
miegigant die een meerderheidsbelang
krijgt. In het voorjaar van 2006 besluit de
directie tot sluiting van de vroegere Caso-
lithfabriek (die dan Atuglas heet) en het
verplaatsen van de productie naar elders.
In een tijd dat schaalvergroting wordt
gezien als het antwoord op steeds gerin
gere winstmarges, legt het kleinschalige
Leeuwarder bedrijf het loodje.
Het boek van Meindert Schroor is alles
wat beklijft van de inspanningen van
Hindrik Scheepstra, Pier Talsma, Jan
Talsma en de werknemers van Casolith
die jarenlang hun beste krachten gaven
op het bedrijfsterrein Achter de Hoven
116 bis.
Het boek is in een beperkte oplage ver
schenen voor (oud)werknemers, niet in de
boekhandel, maar uitsluitend bij het HCL
verkrijgbaar.
T sft' r~ MB f
Het laboratorium van de kunststoffenfabriek N.V. Hollandsche Casolith Werken