Nieuw HCL een schot in de roos
1
Jan Faber Na ruim anderhalf jaar graven en bouwen is het Historisch Centrum Leeuwar
den voor de tweede maal in haar bijna 170-jarige bestaan naar een andere plek
verhuisd. Op 30 november aanstaande zal de officiële opening plaatsvinden van
het nieuwe onderkomen, dat is gelegen op één van de mooiste lokaties in de oude
binnenstad. Een plek die kan bogen op een bewogen geschiedenis van ruim 450
jaar.
Vanaf 1715, het jaar dat het nieuwe
stadhuis voltooid werd, werden de stede
lijke archivalia en magistraatsbibliotheek
bewaard op de tweede verdieping van
dit stedelijke bestuurscentrum. Voorals
nog slechts toegankelijk voor een select
publiek dat bestond uit leden van het
stadsbestuur, de stadssecretaris en een
handjevol klerken.
Hierin kwam met de benoeming per 1
januari 1838 van Wopke Eekhoff (1809-
1880) tot eerste 'stadsarchivarius' van
Nederland verandering. Onder invloed
van de romantiek ontstond een toene
mende belangstelling voor de 'eigen'
geschiedenis. Eekhoff had dan ook sinds
1833, toen hij, gesteund door een aantal
notabelen, zijn plannen had ontvouwd
voor het schrijven van zijn nog immer
veelvuldig geraadpleegde, uit twee kloeke
delen bestaande, werk De Geschiedkun
dige Beschrijving van Leeuwarden, vrije
toegang tot het vergeelde bronnenmateri
aal. In 1970 verhuisde het Gemeentear
chief, door ruimteproblemen gedwongen,
naar het gebouw aan de Grote Kerkstraat
29 dat in 1933 op de plek van het oude
Eysingahuis was gebouwd als onderko
men voor de Buma-bibliotheek.
Begin jaren '80 diende zich ook op deze
locatie gebrek aan ruimte aan dat voor
alsnog door de aankoop van het westelijk
belendende perceel Grote Kerkstraat 27
en de aanbouw van extra depotruimte
daarachter ter plekke kon worden opge
lost. Hiermee zou de opslag van overge
brachte archiefbescheiden tot omstreeks
het jaar 2010 moeten zijn gewaarborgd.
Hoewel twee jaar eerder dan gepland,
heeft nu onlangs de verhuizing plaats
gevonden naar een min of meer voor
de hand liggende lokatie op steenworp
afstand van het oude onderkomen, name
lijk de inmiddels tot 'erfgoedkwartier'
gebombardeerde Boterhoek-Groeneweg,
zo genoemd vanwege de aldaar geves
tigde culturele instellingen zoals Tresoar,
de Afük en de Fryske Akademy. Aan de
noordzijde van deze in de jaren '70 door
verbreding van de Groeneweg en Boter
hoek ontstane verkeersader, zal in ieder
geval de komende dertig jaar het 'geweten
van de stad', dan wel het HCL, waken.
De Stads Schuttersdoelen
Toen in de zomer van 2006, ten behoeve
van de bouw van nieuwe ondergrondse
archiefdepots, de grond op het voorterrein
moest worden uitgegraven kon al snel de
indruk ontstaan dat er op dit ietwat saaie
terrein aan de noordrand van de binnen
stad ooit zwaar slag moet zijn geleverd,
gezien de grote hoeveelheid loden musket
kogels die in de aarde werd aangetroffen.
Niets is echter minder waar. De nieuwe
depotruimte werd namelijk uitgegraven
in de tuin van de voormalige Stads Schut
tersdoelen op de hoek van het toenmalige
Sint Jobsleen, alwaar vanaf 1540 tot 1795
door de Stedelijke Schutterij regelmatig
met schiettuig was geoefend. Hoewel van
de bouw van de Stads Schuttersdoelen een
rekening bewaard is gebleven, bestaat er
geen betrouwbare afbeelding van het in
de loop der tijd rigoureus verbouwde en in
1868 deels gesloopte gebouw. Hierover en
over de naaste omgeving van het HCL in
het januarinummer van Leovardia meer.
Ontwerptekening van de vergraving van de wallen bij de Prinsentuin door architect
L.P. Roodbaard uit 1842. In het midden is de Tussenschool ingetekend
LA» it