Lcovaë^tA.!€
15
Voor het Sint Anthony Gasthuis tekende De Groot vele boerderijen. Deze dateert uit 1923
en staat in Minnertsga Collectie Tom Sandijck
biedt. Deze rol van leraar bouwkundig
onderwijs zal hij vanaf 1879 meerdere
jaren vervullen. Na de dood van Douma
treedt De Groot in 1881 aan als architect.
In datzelfde jaar maakt hij in opdracht
van het Sint Anthony Gasthuis één van
zijn vroegst bekende werken: de 'oostelij
ke' stelpboerderij aan Lytse Geast 23. Al
snel volgen kleine en grote projecten
elkaar op. Enkele opvallende zijn: het
Diaconessenhuis (1894) aan de Noorder
singel in Leeuwarden, het dubbele heren
huis voor Rudolf Paehlig (1901) aan de
Marktstraat in Sneek, het Gabbema
Gasthuis 1906) aan de Wijbrand de
Geeststraat en de volkswoningcomplexen
Oud-Indische buurt (1908), Saskiabuurt
(1909) en de Hollanderwijk (1914-1915) in
Leeuwarden. Het gaat hier om een breed
scala aan woningtypen. De architect ont
werpt in 1903 zelfs een windwatermolen
onder Lytse Geast, een taak die normali
ter door een specialist op dit gebied wordt
uitgevoerd. Bovendien voert hij als Neder
lands Hervormde verschillende opdrach
ten uit voor gereformeerde kerken, wat in
een tijdsgewricht van sterke verzuiling
opmerkelijk genoemd mag worden.
Het is verbazingwekkend om te zien
hoe omvangrijk en gevarieerd het oeuvre
is dat De Groot heeft nagelaten. Uit zijn
werkzame periode tussen 1881 en 1933
zijn tot nu toe meer dan 130 ontwerpen
bekend. Het gaat hierbij om landarbei
derswoningen, herenhuizen, scholen, ker
ken, winkels, dienstwoningen, rijtuigen-
loodsen, paardenstallen, pastorieën,
volkswoningcomplexen, tuinpaviljoens en
volières. Deze staan allen vermeld op de
eerder genoemde website.
Maatschappelijk betrokken
De Groot is jarenlang huisarchitect van
het Sint Anthony Gasthuis in Leeuwarden
(1887-1930) en het Popta Gasthuis in
Marssum (1893-1910). Bij het Popta Gast
huis volgt hij de architect Hoekstra
op als 'opzichter der gebouwen'. De
gebouwen van deze instellingen laten de
veelzijdige sporen van een langdurige
samenwerking zien. Opvallend is het grote
aantal boerderijen dat de architect
gebouwd of verbouwd heeft voor deze gast
huizen en voor verschillende particulieren.
Het statige woonhuis van mevrouw Baar-
da-Bergstra aan de Willemskade (1905-
1906) is één van de gebouwen van W.C. de
Groot dat is afgebroken. Nu staat hier de
ABN Amrobank
Met de stilistische en typologische ver
nieuwingen die De Groot hierbij heeft
doorgevoerd, lijkt de architect een toon
aangevende rol te hebben gespeeld in de
Friese boerderijbouw.
Gedurende zijn loopbaan als "kundig en
betrouwbaar bouwmeester' vervult De
Groot allerlei functies in het maatschap
pelijk leven die te maken hebben met zijn
beroep als architect. Zo is hij in de perio
de van 1894 tot 1919 secretaris en voor
zitter van De Friesche Bouwkring, waar
voor hij herhaaldelijk lezingen geeft over
bijvoorbeeld de ontwikkeling van het
Friese boerenhuis. Ook is hij in Leeuwar
den jarenlang bestuurslid en/of bouwkun
dig adviseur van onder andere de christe
lijke hbs, het Ritske Boelema Gasthuis,
het Diaconessenhuis en Woningvereeni-
ging Leeuwarden. Daarnaast is De Groot
tussen 1901 en 1910 lid van de Commissie
van toezicht op het lager onderwijs en
daarin speciaal belast met bouwkundige
zaken. Bovendien is De Groot maar liefst
vijftig jaar lang onderhoudsarchitect van
de Nederlands Hervormde Gemeente. In
1934 wordt hij bij zijn gouden jubileum