Lcovaë^tA.!€ 23 Afbeelding van de feestelijkheden op de Lange Pijp tijdens het Nationaal Feest en zinne beeldige optocht, gehouden op 19 mei 1798 ter gelegenheid van de viering van het aannemen van de Staatsregeling voor het Bataafse volk. Links nog net zichtbaar het pand Nieuwestad 103 met maniëristische gevel en rechts daarvan Nieuwestad 105, 107, de tegenwoordige Bagijnesteeg en Nieuwestad 109, het toenmalige pand De Twaalf Keizers, alwaar in de 19de eeuw de Grote Sociëteit was gevestigd Tekening naar het origineel van P. Groenia cy en Het Dorp in het Gebergte, zijn van zijn hand. Waarschijnlijk komt het gezel schap Audi et Tace tot ongeveer 1793 bij een. Daarna vallen als gevolg van de Franse inval zowel de prinsgezinde adel als de militairen weg. In latere jaren gaat het de getalenteer de musicus kennelijk financieel voor de wind. In 1794 koopt hij de oude schuil kerk van de paters Franciscanen aan de Breedstraat en plaatst in de tuin een hou ten en demontabele concertzaal. Vervol gens kondigt hij in de Leeuwarder Cou rant aan, dat er elke zondagavond 'vauxhalls' (tuinplezier met muziek) wor den gehouden. Enige jaren later ver plaatst Des Communes zijn houten tent naar de tuin van de Stadsdoelen en orga niseert daar en in de Doelenzaal allerlei muziekevenementen, waaronder 'vaude villes' (blijspelen). Ook na de Franse inval en temidden van alle revolutionaire onrust blijft de ster van de muziekmeester schitteren. In 1798 is Des Communes de leider van de sociëteit Tot Lering en Vermaak, die in de volgende jaren geregeld toneeluitvoerin gen en muziekconcerten geeft. Tussen 1802 en 1805 voert hij met zijn amateur toneelspelers en -musici verscheidene opera's op, zoals bijvoorbeeld Le Maréchal Ferrant van Philidor en Les Deux Avards van de revolutionaire componist Grétry. In 1802 trouwt de katholieke musicus voor de tweede keer, nu met Carolina, een zuster van de vooraanstaande patriot Cornelis Godschalk. De laatste behoort in 1787 tot het Leeuwarder vrijkorps en is van 1796 tot juni 1798 één van de mach tigste mannen in het Bataafse Friesland. Ondanks persoonlijke tegenslagen (hij overleeft zijn twee vrouwen) vindt Jean des Communes zich altijd terug in de muziek. Jarenlang organiseert deze musi cus pur sang in Leeuwarden activiteiten waarbij gezelligheids- en salonmuziek centraal staan. Wanneer de activiteiten van het operagezelschap in 1809 stil komen te liggen, schrijft Jean vele symfo nieën, ouvertures, koorwerken en liede ren. Helaas is slechts een deel van zijn werk bewaard gebleven. Nadat Napoleon is verslagen en de Oranjes in 1814 op de troon terugkeren, wordt er een aantal jaren weinig verno men van de muziekmeester. Heeft hij zich in doen en laten teveel met de Franse bezetter geassocieerd? Is dit de reden dat de muziekverzameling van het gezelschap Audi et Tace veiligheidshalve op één van de zolders van de patriciërswoning van Pieter Cats wordt geparkeerd? Tenslotte komt er toch eerherstel en wordt Des Communes benoemd tot muziekleraar op de eerste door de over heid gesubsidieerde muziekschool in Leeuwarden, die 20 jaar heeft bestaan. Nog later organiseren zijn fans jaarlijks een concert als hommage aan de oude meester. Jean des Communes overlijdt op 30 april 1843 in Leeuwarden en wordt met eerbewijzen overladen. De emigrant van weleer heeft de muziek in Leeuwar den nieuw leven ingeblazen. Maar jaren later herinnert nog slechts een vergeten muziekkastje aan de dagen waarop een prins, een koopman en een musicus in Leeuwarden de muziek beminden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2008 | | pagina 25