En toen was hij er niet meer Leova.V^ t-A.lt 19 Sjoerd Jelle Munniks Jarenlang toch behoorlijk beeldbepalend en voor sommigen zelfs meer dan dat, maar nu weg. Verplaatst, verbannen zelfs, naar een locatie buiten de stad. Alleen bij heldere winterdag kan een rookpluim de Leeuwarder er nog aan herinneren. De naam is bewaard in de huidige bebou wing, maar wellicht dat nu al menig jon gere daar geen associatie mee heeft. De Centrale, u raadde het al. Of beter: de elektriciteitscentrale. In 1911 werd begon nen met de bouw van de eerste centrale op een terrein tussen het Vliet en het Nieuwe Kanaal. Als Romeo en Julia Om te weten wat daar zoal aan vooraf ging, moeten we bij de oude Grieken te rade. Die hadden ontdekt, of meenden ontdekt te hebben, dat een atoom een ondeelbaar geheel was. Een individu zoge zegd. Hoe knap ze ook waren, hier zaten ze er naast. Veel later bleek namelijk een atoom uit meerdere delen te bestaan. Een kern met daarom heen diverse deeltjes. Sommige van die deeltjes zijn positief geladen, andere negatief en weer andere hebben geen lading. Dit samenstel van kern en deeltjes vormt een harmonieus geheel met een rustig bestaan. Totdat de mens zich met deze harmonie ging bemoeien. Die ontdekte namelijk dat wanneer je een negatief geladen deeltje verwijdert, dit vreselijk zijn best zal doen terug te keren om zodoende de harmonie te herstellen. Welke weerstanden je ook opwerpt, de eenheid moet hersteld. Als een soort Romeo en Julia, maar daarmee hebben we de Grieken dan al verlaten. Dit verwijderen van een negatief deeltje bereik je door een magneet in een koperen spoel rond te draaien. Hoe verder je het negatieve deeltje verwijdert, hoe hoger de spanning. Hoe meer deeltjes je verwijdert, hoe groter de stroomsterkte. Te technisch voor u? Welnee, u heeft toch ongetwijfeld een fiets met dynamo. Het negatieve deel tje verdwijnt door een koperen draad en moet, wil het de harmonie herstellen, door een weerstand terug. In dit geval een lampje. De stroom loopt dus van min naar plus in plaats van, zoals vaak gedacht, van plus naar min. Toen dit was ontdekt begonnen diverse ondernemende mensen met de opwekking van elektriciteit. Kleinschalig en nog kwetsbaar. Al spoedig werden het gebruiksgemak en de gebruiksmogelijk heden van elektriciteit overtuigend duide lijk. Daarmee steeg de vraag en werden meer en grotere opwekkers gebouwd. Eerst gebeurde dat buiten Fryslan, ver volgens ook in onze provincie, maar nog buiten Leeuwarden. Onder andere Oos- terwolde, Kollum en Ferwerd gingen Leeuwarden voor. Tusschen het Vliet en het Nieuwe Kanaal In Leeuwarden wilde op enig moment eveneens een aantal particulieren een centrale beginnen, maar de gemeenteraad van Leeuwarden besloot in 1909, met zeer kleine meerderheid, zelf een centrale te bouwen. In 1911 werd gekozen voor 'een terrein weiland ter grootte van 1,10 hec tare, voor zover het gelegen is tusschen het Vliet en het Nieuwe Kanaal, onmid dellijk ten oosten van de Poppeweg'. Nog dat jaar werd met de bouw begonnen. Om de versnippering die nu dreigde, te voorkomen, besloten Provinciale Staten dat de elektriciteitsvoorziening voor geheel Fryslan van één centrale moest komen. Daarmee werd deze een provin ciale aangelegenheid. Besloten werd tevens dat de Leeuwarder centrale de hele provincie van stroom zou gaan voorzien. Zo gebeurde het, dat de Leeuwarder cen-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2008 | | pagina 21