LcovolF^£A.!€
16
Liederlijke genieting
De Leeuwarder wordt bij Van Lennep op
niet mis te verstane toon beschuldigd van
losbandigheid: 'Waar zag men toch ooit
dat op een danspartij, die in een residen
tiestad door een gouverneur ter ere van de
Koning gegeven werd, en die Zijne Majes
teit vereerde met Zijn aanwezigheid, dat
daar de heren, op een twaalftal na, hun
dames midden onder het dansen verlieten
en in een ander vertrek met roken en zui
pen de nacht doorbrachten totdat bijna
allen als dronken zwijnen naar huis
gedragen moesten worden? En dit is in
Leeuwarden gebeurd. Ook daar werd op
een feest een Hollander, de heer Robidé
van der Aa, geslagen en mishandeld,
alleen omdat hij Hollander was en een
post in Friesland gekregen had. En levert
diezelfde stad niet een voorbeeld van de
diepste zedeloosheid op? Dezelfde Friese
vrouwen die zo koel schijnen, zo'n zedig,
zelfs enigszins onschuldig voorkomen
hebben, lopen die niet in horden de stra
ten af om zich aan te bieden aan elk die
wellust zoekt? En is er één provincie in
ons rijk waar het vrouwelijk geslacht
meer aan zinsgenot en genoegens ver
slaafd is? Op een bevolking van 19.000
zielen telt men te Leeuwarden dertig a
veertig bordelen, om van het overige nog
maar te zwijgen.'
Hoofdrivier van Friesland
De zondag ging voorbij met het bezoeken
van belangrijke relaties, waarbij Van Len
nep opnieuw onder de indruk was van de
lieftalligheid van Henriëtte van Asbeck.
Ze was nog mooier dan vroeger en sprak
veel over het plezier dat ze op het Manpad
(thuis bij Van Lennep) gehad had. 's
Maandags brachten de studenten een
bezoek aan de stadsscholen. Ook hier ont
moeten we een staaltje van flauwe hoog
hartigheid bij Van Lennep: 'zo moest een
meisje schrijven wat zij op haar verjaar
dag gekregen had. Zij had dan ook gouden
oorbellen en spelden, ringen, enzovoorts
gekregen. Ik merkte daaraan waar haar
hartje naar uitging, en hoe de neiging tot
ijdelheid haar beheerste. Dus vroeg ik
haar het volgende: als men haar zoveel
geld gaf dat zij die voorwerpen kopen kon,
zou zij het uitgegeven geld dan niet beter
kunnen besteden door er kousen, schoe
nen, hemden en dergelijke voor aan te
Kaart uit 1813 van het gebied tussen de Potmarge en het Vliet, waarop het excercitieveld
van de stedelijke schutterij is ingetekend Collectie Fries Museum
schaffen? Dit moest zij ondanks zichzelf
toegeven.'
Van Hogendorp komt tot een geheel
andere observatie: "Wij bezichtigden ook
de stadsschoolen ter dezer plaatsen. De
localen zijn ruim en luchtig en in dezelve
wordt aan 8 a 900 kinderen gratis onder
wijs gegeven. Men wil noch een school
bouwen, daar er noch 500 kinderen zon
der onderwijs zijn. Het besluit is echter
noch niet genomen, en het is ook onzeker
of het genomen zal worden. Zoo het geno
men wordt is het onzeker of er gratis dan
wel voor eene verminderde prijs onderwe
zen zal worden. In sommige steden willen
ouders hunne kinderen niet voor niet
doen onderwijzen, daar zij het gratis
onderwijs vernederend oordeelen. Of dit
denkbeeld ook hier ter stede bestaat is mij
onzeker voorgekomen. Het onderwijs
beviel mij beter dan ik het elders gezien
had. Voor den godsdienst was beter
gezorgd. De gereformeerden kregen eens
in de week afzonderlijk in hunne religie
onderwijs. Het onderwijs dat dagelijks
hierin gegeven werd beviel mij niet. De
Bijbel wordt niet gelezen, maar een Bij-
belsch leesboek, gemaakt door Bernardus
Verweij. Het onderwijs van den meester
was veel verstandiger dan het boekje.'
Uiteindelijk gingen ze toch vrij voldaan
terug, nadat de kinderen hen hadden toe
gezongen met een door hen gekozen lied.
Aardig fragment uit de laatste dag in
Leeuwarden is het bezoek aan de heer
Beucker Andreae, bij wie ze gingen eten.
Ze aten en dronken heel lekker, en de
mooie dochter van de gastheer was
spraakzamer dan de vorige keer. De heer
Beucker Andreae vinden ze een uitzon
derlijk belezen en kundig man, vooral in
de geschiedenis van zijn land en in de
kruidkunde. Hij heeft de mooiste en rijk
ste boekenkast van Friesland. 'Na het
eten namen wij koffie en wandelden, of
liever huppelden, over een omgeploegd
stuk land achter de tuin naar de Potmar
ge, hoofdrivier van Friesland! Toen we
teruggekomen waren bij de dames in de
koepelkamer, dronken wij thee en zagen
op een groot veld de schutterij oefenen.
Het geluid van de trom joeg twee fraaie
paarden van de heer Van Haersma in het
water. De arme dieren werden er met
moeite uitgehaald', aldus Van Lennep.
Het was uiteindelijk al twaalf uur toen
ze weer in het logement terugkeerden en
dit terwijl ze om vier uur weer moesten
opstaan, om op weg te gaan naar Dokkum.