6 6 dat heeft een paar oorzaken. Het alge meen erkende weldadig karakter onzer natie is altijd een zaak van korte adem. We willen best een keer geven, maar dan moet het ook klaar zijn. En daarnaast is de Maatschappij gaan doen aan wat wij tegenwoordig schaalvergroting noemen. Na zo'n vierhonderd kleine hoeves te heb ben neergezet, bouwt zij vier massale gestichten, de grootste gebouwen in ons land van die tijd. Eentje op de verlaten vesting Ommerschans bij Ommen en drie in Veenhuizen. bestemd voor opgepakte bedelaars en weeskinderen. Vooral de ver plaatsing van wezen uit lokale weeshui zen naar die gestichten valt slecht bij de bevolking en tast het maatschappelijk draagvlak van de kolonisatie aan. Het levert een Leeuwarder kolonist wel de kans om hogerop te komen. Op het land rond die gestichten worden grote boerderijen gebouwd. Daarop wonen 'vrij boeren', de besten onder de kolonisten, de koloniale eredivisie, onder wier leiding de gestichtbewoners het land bewerken. De in 1821 aangekomen Heere Jaakes Kui per, wiens plaatsing uit de contributie in Leeuwarden bekostigd was, krijgt na enkele jaren de beschikking over zo'n nieuw gebouwde boerderij met alles erop en eraan, 'stal, schuur, hooibergen en het geen daarbij verder vereist wordt.' Dit is het hoogste dat een kolonist kan bereiken, deze mensen zijn werkelijk zoals de doel stelling van de Maatschappij wil 'opge beurd' uit de 'toestand van zedelijke ver bastering' waar ze door hun armoede in terechtgekomen waren. Ook de allereerste Leeuwarder proefko- lonist Dirk Klaasjen de Vries zal op latere leeftijd nog het genoegen smaken een aantal jaren vrijboer te zijn. Dan wordt hij er te oud voor, de hoeve wordt overge schreven op naam van zijn zoon Frederik en die wordt dan zelf kolonist. Er zijn meer nakomelingen van Leeu warder kolonisten die kiezen voor het kolo niale bestaan. Sikke Hessels Hoekstra laat zich opvolgen door zoon Hendrik, een andere zoon trouwt een dochter van een Delftse kolonist en volgt zijn schoonou ders op. Twee zoons van Hart Lippes Poel stra worden op precies dezelfde manier kolonist. Zo ook een zoon van Jelle Wes- sels de Vries, terwijl een dochter kolonis tenvrouw wordt door een kolonistenzoon te huwen. En een dochter van huisverzor ger Johan Hendrik Horst bereikt dezelfde status door te trouwen met de zoon van een proefkolonist uit Arnhem, die zijn vader opvolgt. Die drang te blijven valt ook wel te begrijpen. De kolonie is een plek waar je kinderen goed onderwijs krijgen - qua invoering van de leerplicht liep de Maat schappij van Weldadigheid een eeuw voor op de rest van Nederland -, waar de gezondheidszorg relatief goed is, en het belangrijkste: waar kolonisten kunnen rekenen op een gegarandeerde verstrek king van werk en eten. Die zekerheid van bestaan was tijdens de negentiende eeuw in de rest van de maatschappij nergens te krijgen. Vaderlijke tucht en het weldadig karakter onzer natie Mijn boek De proefkolonie, vlijt, vaderlijke tucht en het weldadig karakter onzer natie, dat is uitgegeven bij Mouria in 2006, gaat over de begindagen van de Maatschappij van Weldadigheid. Net als het boek is ook dit artikel geheel geba seerd op het archief van de Maatschappij van Weldadigheid dat bij het Drents Archief in Assen berust onder toegang 0186. Voornamelijk is gebruikt de ingeko men post van de Permanente Commissie, de inv. nrs. 48 tot en met 73. Het contract bevindt zich in inv. nr. 1393 en wordt ook vermeld in het contractenboek inv. nr. 1394. Aankomstmeldingen van kolonisten bevinden zich in de inv. nrs. 1343, 1370 en 1395 en tenslotte komen gegevens uit de bevolkingsregisters of 'stamboeken' van de vrije koloniën, de inv. nrs 1346 tot en met 1366 plus 1407. Apart moet vermeld worden de contri butieverantwoordingen van Leeuwarden in inv. nr. 1108. De subcommissie van wel dadigheid Leeuwarden heeft zeer minuti eus verslag gedaan van haar ledenbe stand. In dit inv. nr. bevindt zich een pak van zo'n 10 centimeter dik met lijsten van leden, bedankjes, intekeningen voor lin nen en extra giften. Al met al geeft het - voor mensen die in die periode van de Leeuwarder geschiedenis geïnteresseerd zijn - een overzichtje welke stads- en omgevingsbewoners in het begin van de negentiende eeuw in staat en bereid waren een stuiver per week contributie voor het goede doel af te dragen. Voor meer informatie: er is een museum gewijd aan de landbouwkoloniën, de Kolo niehof te Frederiksoord, en in een van de oorspronkelijke gestichten te Veenhuizen is heden ten dage het Gevangenismuseum Veenhuizen gevestigd. Informatieve internetadressen: www.drentsarchief.nl www.mvwfrederiksoord.nl www.dekoloniehof.nl en www.deproefkolonie.nl 4 r' - r c u &v" i f c. i i' r- j s Ivf i Cm f 1 -J-. .V '~l- r1'! i j*/tv i. y V I L Detail van een rapport van de Leeuwarder subcommissie tot voordracht van nieuwe kolonisten in 1821. Onder hen het gezin van Heere Jaakes Kuiper LcovolF^£A.!€

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2008 | | pagina 8